Een generatie die leefde voor de kunst

In het nawoord van zijn monografie Hemelbestormers, de revolutie van de Tachtigers vat Bart Slijper de beweging samen als een groep ‘ras-individualisten, die samen optrekken om de hemel te kunnen bestormen.’ Dit boek kun je als een uitvloeisel zien van zijn zeer lezenswaardige bibliografie over Willem Kloos, In dit gevreesd gemis, dat in 2013 verscheen.

Willem Kloos is natuurlijk de spil van De Nieuwe Gids, het blad waarin de nieuwe generatie vanaf 1885 begon te publiceren, maar hij kon alleen maar tot grote hoogten stijgen (en daarna weer diep vallen) door de mensen die om hem heen stonden. Slijper toont hoe het literaire veld eruitzag rond 1880. Welke kranten en critici deden er bijvoorbeeld toe? Dankzij De Amsterdammer (de voorloper van De Groene Amsterdammer) werd er al een ontvankelijk publiek geschapen voor de ideeën van die jonge dichters die zich nog allemaal bewijzen moesten. Het literaire klimaat werd tot die tijd vooral beheerst door dominee-dichters, realisten en schrijvers van historische romans. De blik was naar binnen gericht terwijl Kloos en de zijnen ook over de grenzen keken. Daarnaast had de ware kunstenaar er geen beroep naast, en zeker dat van dominee, maar stelde hij zijn hele leven in dienst van de kunst.

Voor het eerst durfde een generatie in ons land te leven voor de kunst, ook al kwam men daardoor soms in de periferie van de maatschappij terecht.

Slijper introduceert een voor een de hoofdrolspelers. Om er naast Kloos maar een paar te noemen: Albert Verweij die een bijzondere vriendschap onderhield met Willem Kloos, een soort herhaling van de verhouding die Kloos eerder had met de jong gestorven Jacques Perk, Willem Witsen, de etser en fotograaf en soms geldschieter van de Tachtigers, Lodewijk van Deyssel die op afstand altijd aanwezig was, Frederik van Eeden, Jacobus van Looy, Willem Paap én de dichter die op de golf van de Tachtigers tot bloei kwam: Herman Gorter. Hoe waren hun onderlinge verhoudingen? Wie was er vermogend en wie moest altijd bedelen om geld? Wie kreeg er ruzie met wie en waarom?

Hemelbestormers beschrijft de opkomst en de neergang van de groep dichters (na de liefdes- en vriendschapsbreuk tussen Verweij en Kloos viel de beweging uit elkaar). Er zitten daarnaast twee opmerkelijke thematische hoofdstukken in. Eén gaat over de rol van vrouwen bij de Tachtigers. Die is bijna non-existent.

Een vrouw moet fysiek aantrekkelijk zijn en de portalen kunnen verven, dan geeft het niks als ze dom is. Hoewel het gewone huwelijk van burgermensen vaak bestendiger bleek dan de passionele verhoudingen die de Tachtigers aangingen, was het daarin met de plaats van de vrouw niet veel beter gesteld.

Een ander opmerkelijk en ook wel komisch hoofdstuk gaat over de sportbeoefening van de Tachtigers. Dat betrof voornamelijk de schaaksport. Alleen Herman Gorter bleek later een echte sportman te zijn: cricket, tennis, bergbeklimmen en voetbal. Zet daartegenover eens Lodewijk van Deyssel die pas als twintiger zwemmen leert. Bij de eerste les is zijn weerzin zo groot ‘dat hij in een proces van dissociatie raakte’.

Hoewel het na een paar keer allemaal dragelijker werd, kwam hij al snel tot de conclusie dat de mogelijke fysieke voordelen niet opwogen tegen de afstompende werking die deze inspanning op zijn geest had.

Na zes weken stopt hij met zwemmen.

Wat zeer te prijzen valt aan dit boek is dat het opnieuw voor een breed geïnteresseerd publiek geschreven is. Slijper heeft zijn onderzoekswerk naar behoren gedaan, alleen het notenapparaat beslaat al een zesde deel van het totale boek, maar de auteur begeeft zich niet op academische zijpaden, noch doet hij wat aan biografische theorievorming. Slijper is een informatieve en enthousiasmerende verteller over een beweging die de deur openzette naar een nieuwe eeuw, in kritiek, proza en natuurlijk poëzie.

Coen Peppelenbos

Bart Slijper – Hemelbestormers. Prometheus, Amsterdam. 318 blz. € 19,99.