Het meisje en de dood

In de winter van 1941–1942 verbleef Charlotte Salomon een paar maanden in Hôtel Belle Aurore, niet ver van Villefranche-sur-Mer, aan de Franse zuidkust. Ze sloot zich op in haar kamer. Door de dunne muren van het hotel hoorde de uitbaatster haar neuriën, en vroeg zich af wat deze jonge Joodse vrouw aan het doen was. Eén enkele keer verliet Charlotte het hotel: om zich te melden bij de Gestapo in Nice. Toen haar bezoek ten einde kwam, was het grootste deel van Leven? Of Theater? klaar: meer dan 769 gouaches, een drieluik in rood-, geel-, en blauwtinten met overlappende tekst, die haar levensverhaal vertellen. Ze deed de hele collectie – uiteindelijk meer dan 1700 bladen – in bruine papieren pakketten en liet deze achter bij een Amerikaanse vriendin. ‘Pas er goed op,’ zei ze. ‘Dit is mijn hele leven.’ Niet lang daarna werd Charlotte opgepakt en vermoord in Auschwitz. Ze was zesentwintig jaar oud.

In de vele boeken en documentaires die sinds de jaren zestig over Charlotte Salomon zijn verschenen, staat haar tragische leven centraal. Charlotte groeide op in Berlijn in een welvarende Joodse familie waar de dood als een vloek boven het hoofd van het jonge meisje hing: negen familieleden, inclusief haar moeders zus, naar wie ze is vernoemd, pleegden zelfmoord. Toen Charlotte acht jaar was, sprong haar moeder uit het raam van hun appartement in Charlottenburg. Haar leven zelf was een voortdurende poging om te ontsnappen aan een lot dat haar dicht op de huid zat.

De aandacht voor de bijzondere biografie van deze vrouw, zegt Katja Reichenfeld in Charlotte Salomon. Berlijn als inspiratie, heeft ‘de waarde van haar kunstwerk overschaduwd.’ Haar boekje, als tegengeluid, is een speurtocht naar de culturele invloeden die de totstandkoming van Charlottes levenswerk mogelijk maakten en het weefsel vormen van Leven? Of Theater?: de gouaches zijn als het ware aan elkaar gestikt met literaire citaten, operaliederen en referenties naar de zwijgende film als modernistisch medium. Reichenfeld, die een tijd lang de collectie van Charlotte Salomon in het Joods Historisch Museum onder haar hoede had, neemt de lezer mee op een stadswandeling door Berlijn tijdens de Weimarrepubliek, toen de stad ‘een eiland van zinderende geestelijke activiteit was’ in het militaristische Pruisen. In korte hoofdstukjes schetst ze de explosie van culturele activiteit in de heftige bloeiperiode die eindigde met de machtsovername van Hitlers nationaalsocialistische partij in januari 1933. En ook daarna, toen het leven steeds angstiger werd en Charlotte uiteindelijk naar haar grootouders in de Côte d’Azur werd gestuurd in een poging aan de fascistische Jodenjacht te ontsnappen.

Door in te zoomen op het kunstwerk – de vorm, de structuur, de narratieve toon – vindt Reichenfeld niet alleen de sporen terug van Brecht, Nietzsche en Goethe, de operettes en melodieën van Charlottes jeugd en de montagetechnieken van de zwijgende film, maar ook de dieptes van Charlottes kunstenaarschap. Leven? Of Theater?, dat Salomon zelf omschreef als haar poging ‘iets heel krankzinnigs bijzonders’ te scheppen, overstijgt in Reichenfelds lezing de nogal beperkte definitie van een eigenzinnige voorloper van de graphic novel. Dit unieke narratieve kunstwerk krijgt opeens wortels die het biografische overstijgen; het wordt het verhaal van een epoche. Terwijl je leest, ontvouwt zich een theaterstuk waarin de wervelwind van Berlijn uit de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw doorklinkt, een draaikolk van persoonlijke pijn die door de opzettelijk afstandelijke en ironische toon fascinerend blijft.

Reichenfelds interpretatie legt de nadruk op de isolatie waarin Salomons kunstwerk ontstond: ontheemd en op de vlucht besloot Charlotte de chaos van haar leven te herscheppen en op die manier de werkelijkheid dragelijk te maken. Alleen in haar hotelkamer, ongehinderd door externe invloeden of intellectuele overwegingen, werd Salomon in Reichenfelds ogen een ‘pure expressionist.’ ‘In Charlottes gedramatiseerde levensverhaal heeft ze als het ware het leven gezeefd,’ schrijft Reichenfeld. ‘De drab is weggelopen, het substantiële heeft ze overgehouden.’ De mensen in haar leven werden tot personages die de strijd aangingen met het leven, de liefde, en de dood, thema’s die Leven? Of Theater? tijdloos maken en deels de onverminderde aantrekkingskracht van Salomons werk verklaren.

‘Wanneer een mens al het vertrouwde dreigt te verliezen, komt hij in actie om het alsnog vast te leggen, met middelen die geen enkele onderdrukker hem afnemen: zijn geheugen en zijn creatieve vermogens.’ Herinneringen zijn de bouwstenen van Salomons werk. In haar poging Salomons kunst in een bredere context te plaatsen moet Reichenfeld, net als Salomon, genoegen nemen met indrukken, associaties, en verbanden, die soms, bij gebrek aan ‘harde bewijzen’ zoals egodocumenten of andere historische getuigenissen, enigszins speculatief lijken. Ze baseert haar interpretatie op waarschijnlijkheden en een brede kennis van Salomon en Weimar Duitsland. Als lezer moet je je kunnen overgeven aan dit gebrek aan zekerheid over de ‘feiten’ van Salomons leven en aan de expertise van Reichenfeld om de meerwaarde van dit mooie boek te zien. Want Salomons werk is overweldigend – en Reichenfelds interpretatie laat zien op welke manier Charlotte vorm gaf aan ‘dat wat haar diep had geraakt.’ Het boek licht een puntje van de sluier op zonder dat Salomons kunst aan kracht inboet.

Prachtig geïllustreerd met 32 gouaches en foto’s, Charlotte Salomon. Berlijn als inspiratie maakt deel uit van een heropleving van Salomons werk, een eeuw na haar geboorte, waaronder een nieuwe uitgave van het complete Leven? Of Theater? (ook door Cossee) en een tentoonstelling in het Joods Historisch Museum.

Ilse Josepha Lazaroms

Katja Reichenfeld – Charlotte Salomon. Berlijn als inspiratie. Cossee, Amsterdam. 96 blz. € 15,00.