Het boek De zetpil van de dood, dat in de roman Gifsla (1983) van Jan Wolkers wordt opgevoerd als een product van de hoofdpersoon, de detectiveschrijver Robert Dilling, bestaat echt. Het verscheen eind vorig jaar — de schrijver is… Robert Dilling.

Maar niet heus, want net als de titel van het boek is de naam van de schrijver ontsproten aan het brein van Wolkers.

Wie zich achter het pseudoniem verschuilt, is onbekend, maar sinds vanochtend weten we dankzij het Eindhovens Dagblad dat het om een Eindhovenaar gaat. Hij is 68 en noemt zich met weer een ander pseudoniem Rosa. ‘Een schrijver is niet belangrijker dan het werk dat hij maakt,’ citeert de krant hem. Een en al mystificatie dus, daar in Eindhoven.

Karina Wolkers, de weduwe van de in 2007 overleden Jan, kent hem wel en is niet dol op Rosa / Robert Dilling of hoe hij ook mag heten. Ze stuurde de exemplaren van De zetpil van de dood die de schrijver richting Texel zond ongeopend retour.

In Gifsla worden fragmenten van de fictieve roman De zetpil van de dood weergegeven, maar de titel figureert in hetzelfde boek (en in De onverbiddelijke tijd van een jaar later) ook in het lijstje van werken in voorbereiding. Toen de anonieme Eindhovenaar vernam dat de biograaf van Wolkers, Onno Blom, in de nalatenschap geen manuscript met die titel had aangetroffen, dacht hij: dan ga ik het zelf maar schrijven.

‘Rosa’ ziet zijn werk als een hommage aan Wolkers die hem ooit uitnodigde om naar Texel te komen omdat hij ingenomen was met de afstudeerscriptie die de Eindhovenaar over Gifsla had geschreven. Toen bleek dat ‘Rosa’ roofdrukken van het werk van Wolkers had uitgegeven, werd het contact verbroken.

Van De zetpil van de dood werden honderd exemplaren gedrukt. Het boek, waarvan de ondertitel luidt ‘Zo’n ouwemuizenlegpuzzel van Agatha Christie’ is uitverkocht.

Lees hier het verhaal in Eindhovens Dagblad.