Kalm aan

Als kleinzoon van een wethouder en zoon en echtgenoot van een raadslid nam ik Gemeente in de genen, Tradities en toekomst van de lokale democratie in Nederland van historicus Geerten Waling en Wim Voermans, beiden verbonden aan de universiteit van mijn geboortestad Leiden, niet geheel onbevangen ter hand. Leiden zowel als het instituut gemeenteraad gaat mij na aan het hart, ook in tijden waarin het moeilijk lijkt te gaan en van alles wat wij moeizaam hebben opgebouwd door druistige stokebranden weer dreigt te worden afgebroken, onder het mom van meer zeggenschap voor de burger en dat is bijzonder nodig. Nee, zeg ik, dat is juist niet nodig, want in Nederland anno nu heeft de burger een enorme hoeveelheid mogelijkheden om mee te beslissen. Je kunt lid worden van een politieke partij, zelf een partij oprichten, een vermogen vergaren en dat inzetten om de wereld de kant op te sturen die jij wilt, raadsleden persoonlijk aanspreken, meedoen aan allerlei met kekke namen getooide afgestofte initiatieven voor deelname – ‘inspraak’ zeiden we in de sixties – en wat niet al. De laatste komen uitgebreid aan bod bij Voermans en Waling, die ieder vanuit hun eigen vakgebied – respectievelijk staats- en bestuursrecht en geschiedenis – het onderwerp aanvliegen. Dat is een mooie insteek, het bedt de materie in, waardoor het betoog aan geloofwaardigheid wint en boeiender maakt dan louter een inventarisatie van de stand van zaken.

De gemeenteraad is volgens de auteurs het fundament van de Nederlandse democratie, waar wij zoals zij dat stellen ‘eigenaar’ van zijn. Die raad heeft zich in de loop der eeuwen ontwikkeld tot de vorm die wij nu kennen, onderdeel van het huis van Thorbecke. Daarover wordt al sinds de oplevering gesteggeld, met als rode draad de vraag wat aan de orde is: renovatie of sloop. Dat laatste willen heden ten dage alleen nog antidemocratische partijtjes als de Piraten en Forum voor Democratie, voor de rest is Nederland zoals Waling en Voermans terecht stellen als het om de staatsinrichting een zeer, zeer conservatief land, waarbij wat bij gebrek aan een betere uitdrukking repressieve tolerantie de rode draad is: rebelse neigingen die teveel aanhang dreigen te verwerven worden keurig geabsorbeerd en zo onschadelijk gemaakt, zoals dat nu bijvoorbeeld gebeurt met het in potentie zeer destructieve begrip ‘duurzaamheid’: alle partijen zijn ‘duurzaam’, Jan Rotmans mag zich professor noemen, de clientèle van de Marqt voelt zich gehoord en intussen gaat alles gewoon verder. Prachtig.

In tal van gemeenten mogen, ook de mijne, burgers meepraten over van alles en nog wat, zonder dat ze daarmee iets bereiken, terwijl bestaande overlegstructuren als commissies ineens ‘raadstafel’ heten, wat het besluitvormingsproces uiteraard naar een kwalitatief veel hoger plan tilt. Ook is hier een ‘motiemarkt’ gestart, waar mijn dorpsgenoten allerlei voorstellen mogen doen, die het vervolgens niet halen of in het besluitvormingsproces dusdanig worden verminkt dat alleen frustratie rest, dan wel stuiten op wat wettelijk mogelijk is, louter bezocht door het type nimmer tevreden querulanten dat iedere gemeente kent, de schrijvers van ellenlange ingezonden brieven, en een enkele verdwaalde theemuts die ze hebben wijsgemaakt dat bijenlinten de planeet gaan redden. Of zoiets.

Ja maar, zult u dan zeggen, de democratie bevindt zich toch in een crisis? Iedereen zegt dat en je hoort het overal, het staat zelfs in de krant en ik zag het laatst op internet, dus het zal wel waar zijn. Nou nee dus, want uit het ene onderzoek na het andere blijkt amper iets van een kloof tussen burger en politiek. Voor zover die al aanwezig is mag hij wat mij betreft trouwens een stuk breder en dieper. ‘Wat wil het volk? Niet veel goeds, dat is zeker.’ Net als u, lezer, laat ik mij liever besturen door via het huidige systeem ter zake deskundigen met een gezonde kijk op waar het met gemeente, provincie en Rijk heen moet, dan dat ik het geschreeuw moet aanhoren van mensen digitale volksmennertjes met verkeerde politieke opvattingen die onder valse voorwendselen een referendum eisen om hun ongure wil door te drukken.

Wat overigens niet wil zeggen dat er niks hoeft te veranderen. Democratie, ook zo’n geweldige als die van ons, behoeft nu eenmaal onderhoud. De samenleving verandert en de democratie verandert geleidelijk mee. Voermans en Waling stippen enkele uitdagingen aan, zoals de door niemand gewenste en weinig efficiënte herindelingen en de onoverzichtelijke kluwen samenwerkingen op deelgebieden, maar het mooie van een robuuste democratie is nou juist dat die flexibel en dynamisch is, dus daar komen we ook nog wel uit. Voor de rest is het wachten tot woensdag de uitslagen binnen zijn.

Enno de Witt

Wim Voermans en Geerten Waling – Gemeente in de genen, Tradities en toekomst van de lokale democratie in Nederland. Prometheus, Amsterdam. 344 blz. € 19,99.

(foto: gemeenteraad Arnhem, 1952, Pot, Harry / Anefo, CC0 1.0)