In de verzameling opstellen over recente Nederlandse en Vlaamse letterkunde Tegen de schenen staat een stuk van Jos Muijres van de Radboud Universiteit in Nijmegen over Sprakeloos, de roman van Tom Lanoye. Daarin haalt hij ook negatieve opmerkingen over de roman aan. Zo schrijft Frank Hellemans wat negatief in Knack. Muijres vervolgt dan:

Op diezelfde datum verwoordt Arie Storm hetzelfde bezwaar in Het Parool (en onder het pseudoniem Eric Kok in het Haarlems Dagblad) iets minder vriendelijk […].

Een primeur: zou Arie Storm onder pseudoniem hebben bijgeklust in het Haarlems Dagblad? Tzum vroeg Storm die tot voor kort voor Het Parool of deze aanname klopt.

Ik vind het maar een gek verhaal. Moet ik nu een factuurtje sturen naar het Haarlems Dagblad? Wat vind jij? Ik publiceer dus echt niet onder de naam Eric Kok!

We sturen de reactie door aan Jos Muijres. Die heeft enkele opties:

– Arie Storm houdt u voor de gek.
– Ik belazer de boel.
– Eric Kok of Arie Storm heeft zich schuldig gemaakt aan een vorm van plagiaat.
– Beiden hebben geheel los van elkaar vrijwel dezelfde zinnen geschreven.

In de bijlage vindt u beide recensies. Er is een vrijwel letterlijke overeenkomst tussen de geel gemarkeerde passages, die mij heeft doen besluiten Eric Kok gelijk te stellen aan Arie Storm (en andersom). Ik heb geen moment overwogen dat het hier niet om dezelfde auteur gaat. Dat is misschien heel naïef, maar voor mijn artikel was het niet van belang.

Optie 1 lijkt me uitgesloten, want Arie Storm is een eer- en betrouwbaar man.
Optie 2 ligt niet voor de hand: de boel willens en wetens belazeren ligt niet in mijn aard.
Optie 3 kan eigenlijk niet, want beide stukken verschijnen op dezelfde dag in twee verschillende kranten (tenzij het om een ochtend- en avondkrant gaat)..
Optie 4 moet het dan zijn… Blij ben ik er niet mee, want dan is er toch meer “in hemel en aarde” (niet: “tussen hemel en aarde”).

Muijres stuurt de recensies van Storm en Kok (die ook Brusselmans bespreekt in zijn stuk) mee en dan zijn er wel heel veel overeenkomsten:
Storm:

Onbeleefd zou je kunnen opmerken dat Lanoye – op de cover en het titelblad van zijn boek is van een voornaam geen sprake – in zekere zin ook een grenzeloze ouwehoer is in zijn nieuwste roman, die, naar onvermoeibaar eigen zeggen in het boek zelf, maar geen roman wil zijn.

Kok:

Onbeleefd zou je kunnen opmerken dat Lanoye – op de cover en het titelblad van zijn boek is van een voornaam geen sprake – in zekere zin ook een grenzeloze ouwehoer is in zijn nieuwste roman, die, naar onvermoeibaar eigen zeggen in het boek zelf, maar geen roman wil zijn.

Storm:

De titel doet meer stilte vermoeden: Sprakeloos. Maar dat heeft met het onderwerp te maken; in Sprakeloos wordt een monument opgericht voor de overleden moeder van Lanoye, een slagersvrouw en amateuractrice die door een beroerte niet meer kan praten. Na enige aarzeling, die de eerste zeventig bladzijden beslaat, gaat Lanoye los, na zichzelf nog even te hebben opgepookt: ‘Het is genoeg geweest.’ Nieuwe alinea: ‘Begin.’

Kok:

De titel doet meer stilte vermoeden: ‘Sprakeloos’. Maar dat heeft met het onderwerp te maken; in ‘Sprakeloos’ wordt een monument opgericht voor de overleden moeder van Lanoye, een slagersvrouw en amateuractrice die door een beroerte het vermogen om te praten verloor. Na enige aarzeling, die de eerste zeventig bladzijden beslaat, gaat Lanoye los.

Storm:

Want het lezen van Sprakeloos is uiteindelijk wel de moeite waard. We moeten, al dan niet allitererend en rijmend, door wat wijsheden heen (‘Literatuur is loslaten. Schrijven is verdrijven’), maar als Lanoye eenmaal gewoon aan het werk gaat, zet hij op prachtige wijze het aan elkaar geklonken echtpaar neer dat zijn ouders zijn geweest, en van wie eerst de moeder sterft en dan de vader, een man die totaal verknocht was aan zijn vrouw en die er bij zijn zoon voortdurend op aandringt dat hij nu eindelijk eens dat boek over haar schrijft.

Kok:

Het lezen van ‘Sprakeloos’ is uiteindelijk wel de moeite waard. We moeten, al dan niet allitererend en rijmend, door wat wijsheden heen (‘Literatuur is loslaten. Schrijven is verdrijven’), maar gaat Lanoye eenmaal gewoon aan het werk, dan zet hij op prachtige wijze het aan elkaar geklonken echtpaar neer dat zijn ouders zijn geweest, en van wie eerst de moeder sterft en dan de vader, een man die totaal verknocht was aan zijn vrouw en die bij zijn zoon voortdurend aandringt dat hij nu eindelijk eens dat boek gaat schrijven over haar.

Storm:

Dat lukt pas als ook die man is gestorven, en ook pas vanaf bladzijde 74. Daar beleeft het echtpaar aanvankelijk nog een genoeglijke avond: ‘Op de dag dat het noodlot toeslaat kijken ze pizza etend naar het slot van het avondjournaal.’ Maar dan volgt al snel de beroerte.
Lanoye wil de leegte, de stilte, bestrijden met zijn taal: ‘Nooit meer zwijgen, altijd schrijven, nooit meer sprakeloos.’

Kok:

Dat lukt pas als ook die man is gestorven, en ook pas vanaf bladzijde 74. Daar beleeft het echtpaar aanvankelijk nog een genoeglijke avond: ‘Op de dag dat het noodlot toeslaat kijken ze pizza etend naar het slot van het avondjournaal.’ Maar dan volgt al snel de beroerte. Lanoye wil de leegte, de stilte bestrijden met zijn taal: ‘Nooit meer zwijgen, altijd schrijven, nooit meer sprakeloos.’

Nou, dat is bijna één op één. Dat leidt tot vier mogelijke opties:
1 Er is plagiaat gepleegd (dat is dan niet zo mooi).
2 De krant (Haarlems Dagblad) heeft een fout gemaakt door de verkeerde naam bij het stuk te plaatsen (dat komt voor).
3 Er is een fout gemaakt bij NBD Biblion die de database met recensies die Muijres heeft geraadpleegd beheert (ook dat komt voor, zo heet ik in die database ook Koen).

Ik gok 2 of 3. Nu moeten we nog contact krijgen met Eric Kok.

(foto: © Reinjan Mulder)