True fiction?

De literaire dystopische roman zit overduidelijk in de lift. Ik noteerde dat hier al eerder en vaker. Het heeft de afgelopen decennia zonder meer fraaie romans opgeleverd – ik noem toch maar even De weg van Cormac McCarthy en De hondsster van Peter Heller -, maar de tijd is inmiddels wel rijp het kaf van het koren te scheiden: het is niet alles goud wat er blinkt. Ik vrees dat dat geldt voor Het boek Joan van de Amerikaanse Lidia Yuknavitch (1963).

Het jaartal is 2049. De aarde is een stervende kluit en boven deze aarde zweeft CIEL, een ruimtestation met daarin een aantal duizenden uitverkorenen. Er is nog wel een levenslijn met de aarde, want CIEL heeft, gelijk een parasiet, de aarde nodig:

Via onzichtbare technologische navelstrengen tappen we grondstoffen af. Hemelkoorden. Het klinkt bijna poëtisch.

Ja, wellicht bijna poëtisch, maar in ieder geval tamelijk absurd. En nog absurder wordt het. De baas op CIEL is Jean de Men, een grofgebekte, sadistische dictator, wiens onderdanen inmiddels gemuteerd zijn tot welhaast geslachtsloze, seksloze en haarloze wezens. Yuknavitch beschrijft fantasierijk – maar ook onnavolgbaar en dus nauwelijks beklijvend – de beslommeringen op CIEL. Zo zijn er aldaar afzichtelijke mutanten, wezens met huidplastieken als vervanger van het schrift, engenderines, xenotrasplantaties en elektrocauterisatiemethodes, maar ook gewoon castraties en besnijdenissen. En net als je als lezer denkt: waar gaat dat heen? dist de schrijfster het levensverhaal van Joan van Stof op. Joan is, zo vertelt Yuknavitch, geboren in Domrémy-la-Pucelle, in het noordoosten van Frankrijk. En dan gaat mij een lichtje op: we hebben hier te maken met een alternatieve Jeanne D’Arc! Het wordt er echter niet beter op. Joan is de grote antagonist van Jean de Men. Jean en Joan hebben op aarde een helse oorlog uitgevochten, die met de rituele verbranding van Joan in het voordeel van Jean is beslecht. Joan was de heldin van de opstandelingen, maar op CIEL zingt het rond dat ze toch nog zou leven. En dat is ook zo. Als verwacht ontspint zich dan een strijd tussen Joan en Jean; een soort van metaforische strijd tussen de seksen. Jean staat voor hemel en vuur; Joan voor aarde en water. Niet alleen Jean en Joan, maar ook een nevenpersonage als Nyx – Nomen est omen – muteert er als een gek op los:

Op de plek waar seksualiteit zich ooit kenbaar maakte zit een mismaakte penis; iemand heeft geprobeerd het complexe orgaan te reconstrueren. Haar penis hangt naar beneden als een afgeknotte, gebochelde worm, met een misvormde kop. Maar dat is nog niet alles. Intiem dicht bij de penis zit een deels gehechte, deels nog open snee, lopend vanaf de ruimte tussen Nyx’ benen tot aan haar rechterheup. Kartelig en lelijk.

Als u wilt weten hoe dat allemaal afloopt zult u zelf Het boek Joan ter hand moeten nemen, want deze lezer raakte het spoor in de roman volledig bijster en legde het hoofd te moede in de schoot. Prijzenswaardig dat een uitgever als Lebowski Publishers met veel enthousiasme nieuw leven blaast in een genre als sciencefiction, en dat verhipsterst tot True fiction (formerly known as science fiction), maar Het boek Joan is helaas Pulp fiction.

Wiebren Rijkeboer

Lidia Yuknavitch – Het boek Joan. Vertaald door Thijs van Nimwegen en Anne Roetman. Lebowski Publishers, Amsterdam. 256 blz. € 22,50.