Even helemaal weg, kent u die uitdrukking?

Een vrouw besluit na het zoveelste sollicitatiegesprek en de zoveelste afwijzing dat het allemaal anders moet. Niet alleen het werk zit tegen, ook manlief is niet meer de sprankelende verschijning voor wie deze Lulu ooit viel: na twintig jaar huwelijk is er niet veel meer over. Hij drinkt, commandeert en heeft weinig op met het gezinsleven. Haar drie kinderen, een tienermeisje en twee grappige snuiters van een jaar of zes, zijn handenbinders. Al zou Lulu het roer willen omgooien, dan is dat geen gemakkelijke opgave.

En toch kiest ze voor een heel eenvoudige oplossing: ze smeert ‘m. Lulu belt naar huis dat ze niet thuiskomt en vertrekt naar de kust. Zonder auto, zonder koffer en zonder plan. Na twee dagen is ze haar telefoon kwijt en is het geld op. Paniek? Nee, Lulu ervaart voor het eerst een weldadige vrijheid. Weg van alle ingebakken en uitgesleten zaken die haar dagen vormgaven. Lulu raakt haar frons kwijt, er komt een glimlach voor terug.

Lulu van Étienne Davodeau is eigenlijk een kleine vertelling over een moedige vrouw die besluit eventjes voor zichzelf te kiezen. Niet voor altijd, daarvoor blijft ze te dichtbij huis. Sterker, ze verraadt vrij gemakkelijk waar ze ongeveer is waardoor ze een vriend de kans geeft haar op te sporen. Ook haar dochter weet haar uiteindelijk te vinden.

Dat de vertelling klein blijft, komt omdat Davodeau niet kiest voor eindeloos gepsychologiseer. Eigenlijk vermijdt hij dat steeds: Lulu vertelt haar verhaal aan meerdere personen, maar de lezer krijgt maar mondjesmaat mee wat ze zegt. Wat de lezer meebeleeft zijn haar wandelingen langs zee, het gehang op de boulevard en de babbeltjes met passanten en met de bejaarde Marthe bij wie ze in huis wordt uitgenodigd. Lulu hoeft niet te betalen: ze krijgt kost en inwoning in ruil voor haar levensverhaal.

Het fraaie zit in het tijdelijke. Lulu weet steeds dat het niet voor lang is: haar ontmoetingen zijn kort, de gesprekken die ze voert zijn voor even. Na verloop van tijd zal ze weer naar huis gaan. Wanneer? Dat weet ze niet. Ergens moet ze nog iets ontdekken, maar wat blijft in het midden.

De tekeningen van Davodeau zijn niet bijzonder en hebben een onbeholpen charme. De mensen zijn niet mooi, het kleurgebruik is niet opgewekt. Alles lijkt een beetje versleten en soms zelfs opgebruikt. Als de zon schijnt dan is het om te laten zien dat de ramen gewassen moeten worden, dat idee. De pagina’s zijn rustig en voelen het tempo van het verhaal goed aan. Lulu is geen diepgravende graphic novel, het verhaal is op het eenvoudige af. Maar wat het mooi maakt is het ontbreken van duiding: waarom is ze vertrokken? Wat wil ze vinden? Of anders gezegd: wat gaat er toch om in dat koppie? Haar vrienden vragen het zich af en de lezer ook. Dat maakt van Lulu een vertelling die heel dicht bij je blijft. Voor eventjes helemaal weg, wie denkt daar nooit eens over na?

Stefan Nieuwenhuis

Étienne Davodeau – Lulu (integraal). Microbe. 160 pagina’s, hardcover. € 49,95. Ook verkrijgbaar als twee losse delen van ieder 80 bladzijdne, hardcover. € 18,95 per deel. Deel 2 verschijnt in juni.