Ja hoor, daar gaat-ie weer

Het zal wel geen toeval zijn dat het laatste hoofdstuk van Meer dan mannelijk, de nieuwe roman van Marion Bloem, het negenenzestigste is. Het ‘beroemde Franse telefoonnummer’ (noemden Koot & Bie standje 69 niet zo?) is op bladzijde 331 de subtielste verwijzing naar seks van het hele boek. Op dat punt aangekomen behoort seks na de behandeling aan prostaatkanker tot de onmogelijkheden — nogal sneu voor iemand voor wie seks zijn leven lang niet minder dan een raison d’être is geweest. 

Tot dat hoofdstuk 69 staat het boek, excuseer de uitdrukking, stijf van de seks: als je de erecties van de hoofdpersoon achter elkaar legt kom je ‘van Den Haag tot de scheve toren van Pisa en die krijg je er nog mee omhoog ook’ (ook van Koot & Bie). Al in de eerste zin ‘stijgt mijn eikel tot aan mijn navel’. Het boek telt weinig bladzijden waarop niet wordt gewipt, geneukt, gemasturbeerd, gelikt, gevreeën, talloos zijn de hoogtepunten die worden bereikt. Het is jammer dat ik niet een digitale editie tot mijn beschikking had, want dan had ik precies geweten hoe vaak woorden als ‘zaad’, ‘pik’, ‘kut’ en dergelijke in dit boek voorkomen; toen ik er nieuwsgierig naar werd, was ik al te ver om nog te beginnen met turven en ik had geen zin om opnieuw al dat gesop voor mijn kiezen te krijgen.

Hoofdpersoon in deze nieuwe Bloem is een man, een jongen eerst nog, daarna een bekend acteur. Een achterneef van zijn moeder woont bij hen in. Elke avond als die neef met zijn vriendin in bed ligt, doet de verteller — dan twaalf — in de kamer ernaast aan simultaanmasturbatie. Op een dag verleidt de vriendin die Etna heet (een van de weinige personages in de roman met een naam) de jongen, die, zo hij dat nog niet was, vervolgens helemaal verkocht is aan haar. Het blijft niet bij die ene keer, maar nooit zal de ik-figuur haar voor zichzelf hebben.

Als zij zich in Londen vestigt om aan een filmacademie te studeren, trekt hij bij haar in, maar als de achterneef onverwacht op bezoek komt, staat hij zo weer op straat. De achterneef betaalt Etna’s studie, vandaar.

Superviriel als de ik-figuur is, wordt hij, eenmaal acteur, een succesvol vrouwenjager, maar als acteur is hij ironisch genoeg vooral beroemd door zijn homorollen. Etna blijft zijn grote liefde. Als zij zich vertoont op de begrafenis van zijn vader, neemt hij haar in het herentoilet van het uitvaartcentrum. Vrouwen en meisjes wisselen elkaar in duizelingwekkend tempo af. Op den duur wordt al dat geneuk wel wat lachwekkend: ja hoor, daar gaat-ie weer! Bij de oudere tekenlerares voor wier klas de ‘ik’ naakt poseert (niet zelden met een stijve natuurlijk), komt hij zes keer achter elkaar klaar alsof het niks is. Een topneuker zoals we die sinds Turks fruit niet meer in de Nederlandse literatuur hebben mogen verwelkomen.

Hoe spijtig dus dat ontmanning de enige remedie is die zijn leven nog een tijdje kan rekken. Dat is méér dan ironisch. Toch wil het drama de lezer niet echt raken, misschien doordat het zich op het einde als terloops voordoet, onaangekondigd. Dat terwijl het verhaal achteraf wordt verteld. Herhaaldelijk, en dat wel vanaf het begin, wendt de verteller zich tot een ‘jij’ en spreekt hij over ‘jouw moeder’, daarmee de suggestie wekkend dat hij met al dat rondslingerend zaad bij Etna een nakomeling heeft verwekt. Doordat zij bij hun laatste ontmoeting (het boek is dan bijna uit) ontkent dat zij een kind voor hem verborgen heeft gehouden, loopt de spanning uit dit, zeker voor een vrouwelijke auteur, meer dan mannelijke verhaal dat niet echt weet te overtuigen.

Frank van Dijl

Marion Bloem – Meer dan mannelijk. Prometheus.

Recensie eerder verschenen in HP / De Tijd, 10 maart 2011.