Het nadeel van dunne boeken is dat ze soms verdwijnen voordat je er een beschouwing aan hebt kunnen wijden, wat geen excuus is, maar de tegenwoordigheid des lichaams is zwak, en de rede is verachtelijk. Zo vond ik bij het opruimen van de logeerkamer in een stapel boeken tussen Mulisch’ Apologie voor een massamoord en Abdelkader Benali’s Waarom ik geen boeken meer schreif deze bundel kort werk terug van wijlen de Oostenrijkse avant gardist Konrad Bayer (1932-1964), lid van de Wiener Gruppe, van wie eerder werk in het Nederlands was vertaald en die op deze plek al werd gesignaleerd en die ik al enige tijd kwijt was, waar ik maar niets over zei, want wie weet zou niemand erover beginnen en dan was iedereen het straks gewoon vergeten. God ziet alles.

Nu benader ik experimenteel proza en Oostenrijkers vooral pragmatisch: als het werkt dan werkt het en als het niet werkt dan werkt het niet. Wel interessant is de manier waarop Bayer gebruik maakt van de taal. Waar de gemiddelde auteur die gebruikt als werktuig, gaat hij de taal met gestrekt been te lijf, niet om te scoren, maar om te kijken wat er gebeurt. En al dondert de taal dan bij tijd en wijle uit elkaar – en haal je soms als lezer je schouders op om zoveel ongein, zoals het vervangen van alle zelfstandige naamwoorden in een tekst door ‘karl’ of de wat puberale afkeer van interpunctie en hoofdletters wat in het Duits een ingrijpender effect zal hebben gehad dan in het Nederlands, wat zoals zo vaak iedere vertaling tot een relatieve exercitie maakt en bovendien is de bewering van vertaler en toelichter Erik de Smedt dat de Wiener Gruppe de eerste happenings in Europa organiseerde onzin, al kun je erover twisten, maar wat Dada in Zurich deed zette al veel eerder de toon– je stuit soms – letterlijk – op een tekst die als een verhelderend obstakel werk, vooral voor de lezer, die even heilzaam wakker wordt geschud en bepaald bij wat lezen nou eigenlijk is, zoals argumentatie voor de bewustzijnsdrempel:

aan de die voor de en aan de dat ondanks de van geen een enkel die is dat van een zou de aan die en de die en dat voor in het die daarbij die een voor telkens of en die zou deze voor wie dat was op die over die dat telkens in door een of tot had […]

et cetera, een tekst die je amper op een normaal punt kunt afbreken of stil kunt lezen en alleen bij hardop lezen een schijn van begrip en betekenis oproept, en vooral twijfel. Maar dat hadden andere beschouwers die hun leven beter op orde hebben dan ik al opgemerkt.

Enno de Witt

Konrad Bayer – De peer en ander proza. Vertaald uit het Duits en van een nawoord voorzien door Erik de Smedt. Vleugels, Bleiswijk, 48 blz. € 19,85.