We flawless, ladies tell ‘em: I woke up like this

Af en toe koop of leen ik een boek of bundel puur op basis van de titel of het omslag. In dat kader schafte ik onlangs de poëzie van Morgan Parker aan, gebundeld onder de fantastische titel There Are More Beautiful Things Than Beyoncé. Voor de Tzum-lezers die zich distantiëren van de popcultuur en niet bekend zijn met dit icoon: Beyoncé Giselle Knowles-Carter is een r&b-zangeres, songwriter, actrice, modeontwerpster en feministe van Afro-Amerkaanse afkomst. Zowel critici als fans zijn unaniem lovend over hetgeen ze op de markt brengt, en haar successen en prijzenkast overtreffen die van collega-popsterren anno 2018 met verve.

Dat laatste kan helaas nog niet gezegd worden van Morgan Parker, hoewel ze sinds enkele jaren aardig aan de weg timmert als dichter en essayist. Naast haar creatieve werk cureert en organiseert ze diverse literaire initiatieven in New York City, en haar essays werden onder andere in de Paris Review en New York Times gepubliceerd. Ze beschikt naar mijn idee over iets waar veel nieuwe dichters van dromen: een eigen stem en actuele, serieuze boodschap. Haar poëzie lijkt duidelijk ontstaan op of voor het podium, maar er zit een dwingende tedere toon in die het ook op papier laat werken.

Het openingsgedicht vat direct krachtig samen wat Morgen Parker zoal op haar lever heeft:

ALL THEY WANT IS MY MONEY MY PUSSY MY BLOOD

I am free with the following conditions.
Give it up gimme gimme.
Okay so I’m Black in America right and I walk into a bar.
I drink a lot of wine and kiss a Black man on his beard.
I do whatever I want because I could die any minute.
I don’t mean YOLO I mean they are hunting me.
I know my pussy is real good because they said so.
I say to my friend I am broke as a joke.
I am Starvin’ Like Marvin Gaye.
I’m so hungry I could get it on.
There’s far too many of me dying.
The present is not so different.
(…)

Geen dromerige beeldspraak of melodramatische navelstaarderij: the word is on the streets, and it’s on fire. Ik ben me ervan bewust dat het als witte man in Nederland moeilijk is om de poëzie van een zwarte vrouw in Amerika volledig te doorgronden, maar haar teksten raken me wel. Parker stelt zich buitengewoon kwetsbaar op, viert haar onzekerheid, strijdlust en woede, zonder sentimenteel slachtofferschap of doelloze beschuldigingen.

De meeste gedichten in de bundel zijn kort en staccato: je bent er zo doorheen. Er zit ook veel (alledaagse) spreektaal in: ‘Okay so I’m… I don’t mean YOLO I mean…, ‘I’m so hungry’, maar het vervolg van die regels is veel minder gebruikelijk. Dat schakelen tussen registers, van ironie naar bittere ernst, van universele gevoelens of situaties naar taferelen die vooral de minderheden treffen, maakt deze poëzie zo treffend. Door haar vele referenties aan de Westerse popcultuur of het ‘modieuze’ taalgebruik lijkt het soms of je in een gemoedelijke realitysoap van MTV bent beland, maar niets is minder waar. Parker weet in elk gedicht een bom neer te leggen, het vaakst over de positie van achtergestelde zwarten en/of vrouwen.

Hottentot Venus

I wish my pussy could live
in a different shape and get
some goddamn respect.

Deze focus op het fysieke zien we ook bij Parkers heldin Beyoncé, die tijdens performances vol trots en zelfbewust haar lichaam showt.

Parker heeft een aantal literaire procedés die ze regelmatig toepast, waarvan de meeste ook goed tot hun recht komen op het podium. Een daarvan is de (eindeloze) opsomming, waarbij ze geen grammaticale zinnen vormt, maar slechts woorden of zinsdelen achter elkaar spuwt.

Dit gedicht gaat zo nog twintig regels door: de namen van bekende zwarte vrouwen worden afgewisseld met scheldwoorden of andere denigrerende termen. Het is een lange weg van Sally Hamings (een huisslavin van president Thomas Jefferson, met wie hij vermoedelijk een relatie had en zes kinderen kreeg) naar de megasuccesvolle Beyoncé, maar Parker benadrukt dat daarmee de emancipatie van de Afro-Amerikaanse vrouw nog lang niet voltooid is. Nog altijd komen ongelijkheid, racistische krachttermen, onderdrukking en verkrachting dagelijks voor, terwijl de staatsrechtelijke machten een oogje dichtknijpen. Een ‘droge’ opsomming als in dit gedicht maakt die misstanden pijnlijk duidelijk.

Toch bevat deze bundel niet louter een verzameling aan protestverzen. Er is evenveel plaats voor onzekerheid, strubbelingen die horen bij autonomie, opgroeien en de kolkende wereld die New York heet. Parker gebruikt alledaagse, herkenbare beelden om dit uit te drukken, om haar complexe gevoelens in een simpelere vorm te gieten.

There are more beautiful things than Beyoncé:
Lavender, education, becoming other people,
The fucking sky
(…)

A gloss will snowfall onto your cheeks, the top of your lip
The sidewalks will be the same, evidenced
Combing your records you’ll see the past and think OK
Once I was a different kind of person

Het zijn sprankjes hoop die in sommige strofen doorschemeren, dat er een weg is uit de misère: ‘You’re gonna give us the love we need’.

Morgan Parker schrijft toegankelijke poëzie met een belangrijke, persoonlijke boodschap. Op het stilistische vlak is ze wellicht niet de grootste taalvirtuoos op aarde, en ook niet alle teksten in deze bundel zijn even pakkend, los van de herhaling van zetten die soms op de loer ligt. Toch is dit literatuur die meer aandacht zou mogen/moeten krijgen: een vehikel om mensen een inkijkje te geven in het leven van een Amerikaanse zwarte vrouw, en al het lief en leed dat daarbij hoort. Poëzie die waarschijnlijk bij de voordracht ervan nog beter tot zijn recht komt. Beyoncé heeft aan Morgan Parker een mooie bondgenoot in haar strijd voor black feminism.

Willem Goedhart

Morgan Parker – There Are More Beautiful Things Than Beyoncé. Corsair / Little Brown: London. 88 blz. € 6,49.