De liefde opnieuw uitvinden

De eeuwige liefde, schreef ik onlangs, en het bijvoeglijk naamwoord lijkt op zijn plaats, want zolang er mensen zijn, zal er liefde zijn, waarover wordt gezongen in popliedjes en die het thema van vele films zal zijn. De romantische liefde, je hebt natuurlijk ook andere soorten liefde, zoals de liefde voor kinderen. Zo geniet ik momenteel van een vogelhuisje op mijn balkon waar voortdurend een vader of moeder wat te eten komt brengen naar zijn of haar kinderen. Of is dit gewoon het doel van de romantische liefde? Liefde als de ‘voortplantingsgerichte tango tussen twee blinden met vlijmscherpe stokken’, zoals Carolina Trujillo het in een mail aan mij noemde, verwijzend naar de dichter Joaquin Sabina. Maar er is ook iets anders, het blijft moeilijk definiëren, en daarom schrijft de Kroatische filosoof Srećko Horvat al direct aan het begin van De radicaliteit van de liefde, onlangs uitgegeven door Leesmagazijn, dat ‘iedere poging om te praten of zelfs maar te schrijven over de liefde onvermijdelijk met een enorm probleem te maken krijgt, met een enorme angst: dat woorden altijd ontoereikend zijn. Maar toch zegt hij de sprong ‘in troebel water’ te willen willen maken ‘en de gevaren voor lief nemen.’ Zijn idee is dat de liefde in het ‘hypergeseksualiseerde universum van het westen’ afwezig is en ook dat zij in recenste opstanden en revoluties in de wereld niet voorkomt: ‘Van het Tahrirplein tot het Taksimplein, van Zuccotti Park tot de Puerta del Sol, van Hong Kong tot Sarajevo: ‘de kwestie “liefde” is verrassend afwezig.’

Horvat spreekt zonder zich nader te verklaren over de ‘radicaliteit van de liefde’ en hij zegt het niet zo letterlijk maar hij wil naar de diepste betekenis van de liefde, naar haar wortels. Hij schrijft dat zijn boek mogelijk een ‘voorspel’ is, een ‘kleine stap’. Om te beginnen wijst hij expliciet de revolutie van ’68 af, ‘die de de liefde uiteindelijk helaas vooral tot een verkoopbaar verlangen heeft gereduceerd’. Ook aan het postmoderne ‘alles moet kunnen’ wil hij graag voorbijgaan en dan verwijst hij naar Rimbaud, die schreef dat ‘de liefde opnieuw moet worden uitgevonden.’ Daar lijkt Horvats project op uit te zijn en hij gaat eerst te rade bij Kierkegaard, wiens Wat de liefde doet volgens Horvat ‘een van de mooiste voorbeelden is van de strijd tegen de gewoonte die ooit is gevoerd’. Liefde is dynamiek, stelt Horvat, maar dat is muziek ook? Ik was verrast Kierkegaard aan te treffen, en dan juist dit boek, die me het liefst is. Kierkegaard beschrijft daarin al eigenlijk radicale, christelijke mensenliefde. Zo merkt hij op dat je van iedereen moet houden die je ziet, een radicale zienswijze. Ook maakt hij korte metten met verliefdheid, die Kierkegaard als eigenliefde opvat; wederom radicaal gedacht.

Even later beschrijft Horvat een indrukwekkend voorval. In maart 1997 vaardigde Khomeini een decreet uit dat vrouwen opdroeg de chador te dragen. Daarop komen honderden feministen samen in de binnenhof van de Universiteit van Teheran. In de loop van de volgende dagen demonstreerden er tienduizenden mensen tegen het sluierverbod. Ze werden omsingeld door de Partij van God, ‘waarop hun mannen, broers en minnaars een kring dicht om hen heen vormden om hen te beschermen.’ Horvat noemt dat een ‘teken’ van liefde en nog niet liefde zelf, want het was ‘solidariteit’, ‘liefhebben zou namelijk betekenen dat je iets dergelijks ook zou doen als er geen gebeurtenis was, als zich geen speciale gelegenheid voordeed, als er geen sprake was van een bijzondere bewustzijnsstaat. Dat zou de werkelijke gebeurtenis zijn: als liefde niet (alleen) wordt opgeroepen door buitengewone scheuren in de wereld, maar ook gevonden kan worden in schijnbaar saaie alledaagse bezigheden, herhalingen of heruitvindingen.’ Cryptisch maar boeiend en iets om te onthouden: liefde als iets verborgens, bijvoorbeeld strijken of lopen kan ik me zo voorstellen.

Verderop heeft Horvat het over ware liefde als een ‘gewelddaad’, omdat je die nooit zult vergeten. Verliefd worden beschouwt hij al gevaarlijk, want het is een ‘risico’ en hij zegt dat zowel het westen als islamitische fundamentalisten ‘verenigd zijn in de strijd tegen het verlangen: ‘Ze willen allemaal het toeval afschaffen, het moment waarop je in iets valt, waarop je even verdwaald bent … maar desondanks beter dan ooit weet waar je heen wilt.’ Even later beschouwt hij liefde als het ‘niveau van de universaliteit bereiken.’ Dat noemt hij ‘radicale universaliteit’. Voor een ‘kleine stap’ of ‘voorspel’ zijn dit allemaal al heel mooie observaties, en dan zijn we aan het einde van de inleiding waar hij Pasolini noemt die in 1963 een documentaire maakte door van Noord-Italië naar Zuid-Italië te trekken en kinderen, soldaten en fabrieksarbeidsters over maatschappelijke thema’s ondervroeg. Horvat wil een denkbeeldige microfoon ter hand nemen en een wandeling maken door de revolutionaire geschiedenis en de hoofdrolspelers zoals Lenin, Che Guevara, maar ook marktfundamentalisten en islamitische radicalen ‘schijnbaar naïeve vragen’ stellen over de liefde, seks en revolutie.

Hij begint de huidige westerse samenleving te beschrijven met media zoals Tinder en Horvat vindt het een nachtmerrie. Matches komen snel tot stand, terwijl Horvat in navolging van Barthes stelt dat het bij verliefdheid er juist om gaat dat je moet wachten op antwoorden. In de moderne maatschappij draait alles om seks. Maar Horvat verliest dan zelf eveneens de liefde uit het het oog want hij beschrijft de seksuele repressie in Iran, maar wel verhelderend is dat machtselites (seksueel) verlangen proberen te onderdrukken, terwijl ze zelf wel ‘natte dromen’ hebben: ‘Hoewel het in naam van het verlangen beperkt en deels verbiedt, doet het totalitaire regime dit alleen maar om de jouissance voor zichzelf te houden’. Bij Che Guevara gaat het over zijn liefdesleven maar de treffende opmerkingen over de liefde zoals uit het begin van het boek blijven weer achterwege. In het ‘naspel’gebeurt er echter iets fascinerends. Daar noemt hij Che Guevara door zich te wijden aan zowel de Revolutie als de Geliefde ‘de ware radicaliteit van de liefde’, en dan verbindt Horvat dat met ‘de Heilige Drie-eenheid’, ‘onverwachts’ noemt hij het zelf, en dat is het zeker. Horvat: ‘Volgens het (ware) christendom weerspiegelt de menselijke liefde de liefde van God. God is liefde. God is de grondslag van iedere liefde.’ De wortels van de liefde zijn gevonden, de radicale universaliteit. Het wordt kierkegaardiaans namelijk dat in de christelijke liefde man en vrouw ‘zichzelf herkennen als de weerspiegeling van God’. Horvat besluit zijn boek met de zin waarin hij God gelijkstelt aan ‘revolutie’. Gods liefde kan dan alles veranderen. Intrigerend dat een jonge, spannende denker, de organisator van een festival met de naam Subversive, eigenlijk de weg wijst naar de theologie.

Johannes van der Sluis

Srećko Horvat – De radicaliteit van de liefde. Vertaald uit het Engels door Twan Zegers. Leesmagazijn, Amsterdam. 160 blz. € 19,95.

(Afbeelding: Wikimedia commons)