Gedenken wij Vlaanderens meest radicale cultschrijver

Het is alweer tien jaar geleden dat Jean-Marie Henri Berckmans (1953-2008) het tijdelijke voor het eeuwige verwisselde, al zou hij dat zelf zeker minder eufemistisch hebben verwoord. Deze Vlaamse cultauteur is in Nederland nooit doorgebroken en boekte ook in Vlaanderen weinig commercieel succes, waarschijnlijk door zijn totale compromisloosheid. Menig arm schaap dat het twijfelachtige voorrecht heeft gekend om de verplichte leeslijsten die in de jaren negentig van vorige eeuw gangbaar waren in het Vlaamse onderwijs te ondergaan, heeft echter dankzij Berckmans een levenslange aversie tegen literatuur kunnen afwenden. Niet verwonderlijk, want diens wild om zich heen schoppende proza was het ideale tegengif voor het duffe naoorlogse proza dat veel schoolgaande jeugd in die tijd nog moest lezen. En ook door zijn vakgenoten werd Berckmans hoog aangeslagen. ‘Wat ik nog altijd niet begrijp, is waarom niet iedereen het verzamelde werk van Jean-Marie Berckmans in huis heeft staan,’ schijnt Tom Lanoye ooit te hebben gezegd.

Berckmans was dé chroniqueur van de zelfkant. Niet de onschadelijke Disney-versie die jaren later opgang zou maken, met zijn zatte slapstick-nonkels of oververhitte boerenzonen, maar de echte, doorleefde variant. Die zelfkant was Berckmans’ natuurlijke biotoop, en ook het dialect waarmee hij zijn verhalen doorspekt, is the real thing, niet het artificiële koeterwaals dat boven de Moerdijk vaak ten onrechte ‘Vlaams’ wordt genoemd:

Mijn bewustzijn is gekerkerd in een harnas waarvan de scharnieren beginnen te piepen en dus, garage Van Gastel, maakt dat ge hier zijt met uw smeerolie, ik zeg smeer, niet bakken of braden, geen vloeibare Bertolli of iet, onnozelaar dat ge zijt.

In Verhalen uit de Grauwzone zijn negentien hoogtepunten uit zijn verhalenbundels verzameld, alsook een postuum nagelaten tekst. Die teksten bieden een mooi chronologisch overzicht van zijn oeuvre. Op zijn best is Berckmans wanneer hij zijn taal alle kanten op laat stuiteren, elk mogelijk register aanboort, zich beweegt tussen scabreuze platvloersheid en belezen eruditie, en de tekst laat voortstuwen door een frenetiek freejazz-ritme. De donkere toon wordt al meteen gezet in ‘Met Jan in de metropool’ of ‘De Ballade van Wasted Youth’:

Toch kan mijn moeder, Wouters Camilla, niet of nauwelijks beseffen wat er gebeurt of wat haar te wachten staat als haar man, mijn vader, Berckmans Armand, vroeg in het jaar 1953, op een ijskoude, gure, bitsige januariavond, in het meest volslagen donker en duister van de voorkamer van een huis aan de steenweg naar Lommel, in een onverwoestbaar gebleken eikenhouten bed, onder een ruige wollen deken of vier en een dikke wijnrode beddensprei, met slechts weinige, goed ingeoefende en raak geplaatste stoten van z’n proletarische pik in het zachte, murwe holst van mijn moeder, de produktie start van wat snel allesbehalve een aanwinst voor het menselijke ras, laat staan voor de arbeidersklasse zal blijken te zijn: een waardeloze troep haveloos tuig, ik voorop, een schots en scheef in elkaar geflanste bende schorem, ik op kop.

Van Berckmans’ schamele jeugd in het garnizoensstadje Leopoldsburg gaat het naar zijn mondaine jaren als zakenman in het Italiaanse Bari, zijn door een scheiding en beginnende psychiatrische problemen gemarkeerde terugkeer naar België en ten slotte de lange spiraal neerwaarts aan de zelfkant van het bestaan in een Antwerpen dat nog niet was verworden tot een hipsterreservaat. Een verhaal als ‘Binnendoor naar Beverlo’ is tegelijkertijd hilarisch en schrijnend:

geachte heer adviserend geneesheer
ik wend mij tot u omdat ik ten einde raad ben
u bent de enige die mij kan helpen
ik wend mij in uw persoon natuurlijk tot het ziekenfonds als
zodanig
als staatsinstelling van openbaar nut en voor maatschappelijk
welzijn
ik wend mij tot u om een fiets te vragen
of ik van het ziekenfonds een fiets kan krijgen
ik heb geen fiets
ik kan me geen fiets veroorloven

Naarmate de bundel vordert, klinkt Berckmans’ noodkreet steeds luider. Een van de beste verhalen is ‘Café De Raaf nog steeds gesloten’, met dagboekfragmenten van een man die de maand december probeert door te komen terwijl zijn stamkroeg gesloten is: ‘De kromme lelijke gesjochten zwoegende ploeterende sakkerende sukkelende platgeslagen lui wat in de gaten gehouden. De lui van alledag. Het gepeupel dat de kroegen bevolkt hier en overal elders.’ Stemmingswisselingen hebben hun weerslag op Berckmans’ verhalen, die kunnen variëren van manisch en exuberant tot minimaal en deprimerend.

Naar het einde toe klinkt de waanzin steeds sterker door, verdwijnt de samenhang bijna volledig en ontstaat er een (vaak scatologische) woordenbrij. Sommige critici merkten niet geheel onterecht op dat Berckmans thematisch gezien een impasse had bereikt met zijn werk. Het doet de vraag rijzen hoe Berckmans als schrijver had kunnen evolueren als hij niet door geestesziekte was geplaagd, een vraag die overigens ook geldt voor pakweg Jan Arends of Rogi Wieg. Is hun ziekte onlosmakelijk verbonden met hun schrijverschap en creativiteit, of in feite een hinderpaal die de ontwikkeling van hun werk in de weg stond?

Toch is de eindconclusie dat Berckmans meer erkenning verdiende. Dat blijkt bijvoorbeeld als je ‘De man die zich ophing aan zijn lul’, leest, het soort scabreuze verhaal dat pakweg Herman Brusselmans had kunnen schrijven als hij met hetzelfde talent en gevoel voor humor als Berckmans was gezegend. Berckmans’ verzameld werk hoeft u niet meteen in huis te halen, dat is trouwens amper nog verkrijgbaar, maar deze bloemlezing is de aanschaf waard.

Tegelijkertijd gaf uitgeverij Vrijdag ook een biografie van Berckmans uit, geschreven door Chris Ceustermans: Schrijven in de Grauwzone. Die is uitermate geschikt voor wie behoefte heeft aan meer duiding en achtergrond en maken Berckmans’ verhalen wat inzichtelijker, al kunnen die ook prima op zichzelf staan.

Daan Pieters

J.M.H. Berckmans – Verhalen uit de Grauwzone. Vrijdag, Antwerpen, 230 blz. € 19,95.
Chris Ceustermans – Schrijven in de Grauwzone. J.M.H. Berckmans, de biografie. Vrijdag, Antwerpen, 328 blz. € 29,95.