Muzikaal zwijgen

Er is altijd en overal muziek in Dorothéé Albers debuutroman Zeemansgraf voor een kort verhaal. Drie generaties: moeder, zoon en kleindochter, zijn met elkaar verbonden door hun muzikale ambities. In een krappe 230 pagina’s vertelt Albers het verhaal van een verscheurde familie. Het boek bestaat uit drie hoofdstukken: Jet, Jurre en Fine.

Jet is pianostudente aan het conservatorium en groeit in de jaren vijftig op in een verstikkend katholiek milieu. Aan het begin van de roman slingert Jet verschillende voorwerpen in een ven die hinten op de rest van haar verhaal: een ring, brieven, gebreide sokjes en een koordje voor om een babyvoetje. Vervolgens komen we steeds meer te weten over de gebeurtenissen die voorafgingen aan de scène bij het vennetje: over Jets relatie met Zev die cellist is, haar onverwachte zwangerschap en het kind dat ze gedwongen moest afstaan.

Albers laat subtiel zien hoe de traumatische ervaring uit het verleden Jet blijvend beïnvloedt in haar latere leven. De afstand die ze tussen zichzelf en haar geliefden schept heeft ook op hen weer een negatieve uitwerking. Het contact met haar dochter, dat maar niet wil vlotten, is zowel pijnlijk als begrijpelijk, maar door het snelle verteltempo blijft het verhaal te veel aan de oppervlakte en blijven er vragen liggen: waarom neemt Jet geen contact meer op met Zev? Waarom gaat ze nooit meer opzoek naar haar kind? Jets hoofdstuk is echter pas het begin van Zeemansgraf voor een kort verhaal, de daaropvolgende hoofdstukken geven meer antwoorden, maar ook daar blijven er veel vragen in de lucht hangen.

Jurre, Jets biologische zoon, worstelt met zijn (adoptie)ouders, die willen dat hij de boerderij overneemt. Zelf wil hij – natuurlijk – muziek maken: jazzmuziek wel te verstaan, op zijn saxofoon. Waar Albers stijl paste bij het verstikkende karakter van de jaren vijftig, is het wat oubollig voor een jongen die, pakweg twintig jaar later, jazzmuzikant wil worden. Ik moet de eerste man nog ontmoeten die denkt als hij een mooi meisje ziet: ‘Ze mocht dan een gracieuze jongen lijken, haar halspartij was bij uitstek onjongensachtig.’ Wat Jurres verhaal authentiek maakt is zijn keuze nooit zijn biologische moeder te zoeken ondanks dat hij van haar bestaan op de hoogte is. Jammer dat we niet meegenomen worden in zijn dilemma.

Fine is Jurres dochter. Ze wil celliste worden, maar heeft last van podiumvrees:

Ze waren nog geen twintig maten onderweg, of het werd Fine zwart voor de ogen. Ze was alle noten kwijt, het zweet liep langs haar ruggengraat in haar onderbroek en ze moest de neiging onderdrukken op te staan en heel hard weg te lopen.

Als Jurre een keer tijdens het eten laten vallen dat het niet uitmaakt wie je ouders zijn, is ze van slag. Want juist zij is krampachtig opzoek naar wie ze is in de hoop haar podiumangst te overwinnen. Zeemansgraf voor een kort verhaal is dan ook met name een roman over hoe trauma’s en zwijgen generaties later nog invloed kan hebben.

Albers houdt de regie regelmatig te strak in handen. Alsof de schrijver tijdens het lezen af en toe in je oor fluistert: ‘Snap je het?’ Elk café dat Jurre binnenloopt speelt wel een jazz liedje, en als Finne verzucht dat ze wilde dat haar opa cellist was geweest ligt het er allemaal wel erg dik bovenop. Zeker als ze daarna een artikel leest over hoe Zev, die een beroemd cellist geworden is, zijn podiumangst bedwong. Na een tijdje is de rek er ook uit met alle woordspellingen en vergelijkingen die je kunt maken over muziek en stoot het de lezer alleen maar tegen de borst. De kracht van het werk van Albers zit het dan ook niet in de overvloedige symboliek van muziek, maar in haar vermogen haar personages liefdevol neer te zetten. Ze worden gekweld door hun eigen worstelingen en staan machteloos tegenover de pijn die ze andere berokken. Tegelijkertijd roepen ze allemaal sympathie op: van Jurres vader die hem uit huis zet tot Jet die een afwezige moeder is voor Ava. Jammer dat de schrijver ondanks de titel toch weinig ruimte neemt om dit verhaal te vertellen. Waar er bij de meeste boeken wel een pondje vanaf kan, had wat vlees op de botten bij Zeemansgraf voor een kort verhaal niet misstaan, want Albers heeft wel degelijk wat te zeggen.

Kinha de Almeida Guimarães

Dorothée Albers- Zeemansgraf voor een kort verhaal. Cossee, Amsterdam. 224 blz. € 19,99.