Meeslepende geschiedenis van de Groninger Waddenkust

Ineke Noordhoff schreef Schaduwkust, over de geschiedenis van de Noord-Groninger Waddenkust. Via familiegeschiedenis – vier generaties Sijkens – worden we meegevoerd naar de negentiende eeuw. In het eerste hoofdstuk moeten de Sijpkens het hoofd bieden aan de storm van 1877. De boerderij van de familie lag ooit vlak aan zee, maar met de winning van de Westpolder in 1875 ligt de nieuwe dijk weer een stukje verderop. Meteen in dit eerste hoofdstuk wordt duidelijk: inpolderen van de vruchtbare grond gaat niet zonder slag of stoot. De zee slaat terug in 1877, grote delen van de dijk worden weggeslagen, mensen en dieren verdrinken, boerderijen en huizen lopen ernstige averij op. 



Schaduwkust presenteert een dans als van eb en vloed; van de mens die land wil winnen en dijken bouwt, en de zee die zich niet laat temmen. Maar tegelijkertijd is diezelfde zee die rijkdom geeft met het slik op de drooggevallen kwelders, en is het niet altijd de natuur die dreigt, maar evengoed de macht van de overheid, de wereldmarkt, of zelfs de buren. Historische schetsen wisselt Noordhoff voortvarend af met informatie over de aard en samenstelling van bodem en begroeiing, de bewegingen van de zee, onderbouwing van handelen in de landbouw. 
De boeren zijn buitengewoon inventief en vasthoudend in het vinden van wegen om land aan te winnen. De inzet van arbeiders, van mensen vanuit de werkverschaffing, en later voornamelijk inzet van machines ten behoeve van polders en dijken is illustratief voor de voortdurend voortrazende maatschappelijke veranderingen. Veranderingen die ook de manier waarop boeren hun bestaan vormgeven en zeker proberen te stellen bepalen. 


Noordhoffs gedegen kennis leidt tot woordgebruik dat niet altijd binnen het vocabulaire van de gemiddelde lezer ligt. Zo lezen we bijvoorbeeld over een duivenslag, een schip dat losraakt van de rede en een flinke zonk veroorzaakt, beklemde meiers en grond die zavelig is. Toch leest het vaak als poëzie- zoals in geval van de rede en zonk. Bovendien is er ook – en vaak in de indirecte rede- heldere, bijna plompverloren spreektaal. Iets gaat ‘op zijn elfendertigst, of er wordt opgemerkt dat de boeren ‘er zo nog wel eentje lusten’. Jargon verteert gemakkelijker omdat Noordhoff er goed in slaagt de geportretteerde leden van de familie Sijpkens heel dichtbij te brengen. 
Lef kan haar daarbij niet ontzegd worden, want je moet maar durven: vanuit auctoriaal vertelperspectief al wat die Sijpkens denken, voelen en beleven verwoorden. Mensen zijn bang, diep verdrietig, hebben vlinders in hun buik, zijn bezorgd, voorzichtig, creatief, enthousiast. Noordhoff creëert zo een bijzondere spanning tussen feit en fictie – maar het werkt. Door de keuze voor persoonlijk getoonzette verhalen ervaar je wat mensen heeft bewogen door de eeuwen heen. Door te eindigen in het hier en nu, waar belangen en emoties een andere vorm hebben, maar in feite soortgelijk zijn als die in de negentiende eeuw, lijkt die lange geschiedenis ineens hoogst actueel. 


Het boek leest als een versneld filmpje dat je weleens ziet in filmtrailers, waar in luttele seconden de horizon in rap tempo verandert. Zo zie je de mensen trouwen, baren, begraven, de boerderij doorgeven, bouwen en afscheid nemen, vee weiden, vee de laatste maal op stal zetten, zaaien en oogsten, met op de achtergrond de steeds verder opschuivende dijk. Het boek laat de onuitwisbare indruk achter dat er in korte tijd ontzettend veel veranderd is. 



Het feit dat veel boeren in ons tijdsgewricht afscheid moesten nemen van familiegrond door stijgende grondprijzen, ook de Sijpkens, is bijzonder wrang. Mensen worden ontworteld door de golfslag van onze kapitalistische tijd, waar samenleving en overheid kennelijk geen grip meer op hebben. En ondertussen blijft ook de zee zich roeren. Opent het boek met de storm van 1877, het besluit met een dreigende dijkdoorbraak bij het Vierhuistergat in 2013. Met de zee valt niet te spotten; pas na drie maanden volgt het sein ‘dijk veilig’. Zo is het verhaal in literaire zin rond; omdat dit geen fictie is zet het de lezer tegelijkertijd aan het denken over onze verhouding tot het water als randland van Europa. Wat nieuw voor mij was, en vast voor vele lezers, is dat alleen in Groningen boeren het door hen ingepolderde land aan eigen bezit mochten toevoegen. Wie dit boek leest snapt daadwerkelijk wat je ziet aan de Noord-Groninger Waddenkust, en hoe die kuststrook afwijkt van andere Waddenregio’s.

Een ingewikkeld verhaal is door Noordhoffs pen tot leven gebracht en begrijpelijk geworden. 
Ook Noordhoffs biografie speelt een rol; de titel Schaduwkust verwijst naar haar overgrootvader Roelf Noordhoff, die ervoor zorgde dat aardrijkskunde een verplicht vak werd op school, en die kaarten ontwierp waarin hoogteverschillen werden weergegeven via ‘Noordhoff-schaduwering’. Noordhoffs eigen afkomst is zo, in de schaduw, aanwezig in dit bijzondere boek, zoals voor de familie Sijpkens de betrokkenheid bij land en zee in het DNA is gebakken. Schaduwkust is een meeslepend en erudiet boek dat nog veel meer lezers verdient.

Agmar van Rijn

Ineke Noordhoff- 
Schaduwkust
. Atlas Contact, Amsterdam, 240 bladzijden 
€ 19,99.