Een groot zwart gat

Het naamloze hoofdpersonage uit Meneer Kato speelt familie van Milena Michiko Flašar zit in een zwart gat: hij is net met pensioen en weet niet wat hij met zijn vrije tijd moet doen. Dat wordt ook duidelijk in de openingsscène waarin hij hoopt een slopende ziekte te hebben, vooral om zich maar ergens mee bezig te kunnen houden. Hij denkt aan het repareren van zijn radio, het ordenen van zijn platencollectie of het bezoeken van een oud-collega, zonder er daadwerkelijk aan toe te komen. Zijn vrouw wordt langzaam gek van hem, en hij denkt veel kwalijker over haar dan zij aan de lezer gepresenteerd wordt. Met zijn kinderen heeft hij nauwelijks contact.

Het duurt een flinke tijd voordat het verhaal op gang komt en het verhaal heeft zelf ook niet veel om het lijf. Positief uitgelegd laat de schrijver de lezer ervaren wat een zwart gat is, negatief uitgelegd weet de schrijver de aandacht niet bij de werkelijk interessante gebeurtenissen te leggen. Op het kerkhof danst de hoofdpersoon totdat een jonge vrouw hem daar aanspreekt en vertelt dat zij familie speelt. Dat houdt in dat ze in te huren is als familielid of collega of wat dan ook, en na bepaalde instructies die rol vervolgens speelt. Deze vrouw, nu in de rol van Mie, ziet potentie in de hoofdpersoon als ‘stand-in’ en geeft hem haar kaartje. Dan denk je als lezer: introductie en katalysator zijn geweest, nu maar eens beginnen met het verhaal, maar het duurt nog een half hoofdstuk voordat hij haar eens opbelt.

Natuurlijk kunnen veel bijzaken heel relevant blijken, maar in deze roman lijkt het eerder betekenisloos gezwam. De naamloze hoofdpersoon speelt eerst de rol van meneer Kato, de opa van een jongen die zijn opa niet eerder heeft ontmoet. Hij speelt met de jongen, drinkt thee met de moeder die hem heeft ingehuurd, zijn zogenaamde dochter dus. Leuk allemaal. Het moment waarin een beetje drama zit, komt wanneer het jongetje huilt en eerlijk vertelt dat hij zijn opa al wel eens ontmoet heeft. Dit krijgt de lezer echter voorgeschoteld in een dialoog tussen meneer Kato en Mie, ontdaan van elke emotie. Ook als meneer Kato in een andere rol een zwijgende echtgenoot moet spelen, is er nauwelijks emotie. Een graatmagere vrouw wil van alles tegen haar man zeggen en huurt daar iemand voor in. Ze krijgt er bij haar eigen man normaal gesproken geen woord tussen. Ze vertelt dat haar man haar te dik vond en dat ze daarom graatmager is, kletst erop los, vraagt een scheiding aan en bestelt vele taartjes. Ergens is dat lollig en dat meneer Kato oprecht toch iets zegt om de scheiding te voorkomen is misschien het enige moment waarop hij iets met zijn emoties doet. Het boek kan met wat goede wil gelezen worden als commentaar op de conservatieve rollen van mannen en vrouwen. De man vindt dat de vrouw zijn broek moet maken en het huishouden moet doen. Het is zijn taak om mos van de trap te krabben en geen emoties te tonen. In het boek is het uiteindelijk de vrouw die het mos van de trap krabt en de man die zich prettig voelt in de spaarzame momenten waarop hij zijn emoties toont.

Even toevallig als meneer Kato begon met familie spelen stopt hij weer, omdat Mie ermee ophoudt. Heeft het dan nog iets opgeleverd of veranderd in het leven van de hoofdpersoon? Als zijn zwangere dochter plotseling voor de deur staat lukt het hem niet om thee te zetten, laat staan om een gesprek met haar te voeren. Als de moeder thuiskomt zegt zij dezelfde woorden als hij tegen de dochter. Dan barst de dochter wel los. Hij kan dus blijkbaar wel woorden zeggen, maar geen gesprek voeren. Hij stuurt wel bloemen naar zijn vrouw – op nadrukkelijk verzoek van de dochter – maar zonder kaartje. Als het dan weer spannend kan worden: de vrouw zegt dat ze de bloemen van een vriendin heeft gekregen en hij weet dat hij ze heeft gestuurd, gebeurt er weer niets. Het hele boek blijft lamlendig en dompelt de lezer in een zwart gat. Voor bijna-gepensioneerden een waarschuwing om wel wat hobby’s paraat te hebben staan, voor alle anderen een afrader.

Erik-Jan Hummel

Milena Michiko Flašar – Meneer Kato speelt familie. Vertaald door Kris Lauwerys & Isabelle Schoepen. Cossee, Amsterdam, 192 blz. € 19,99.