Er was weer een verkiezinkje uitgeschreven. Ik stemde op de ‘slechtste slogan’. Het lijstje nominaties bestond uit taalkundige flauwiteiten of spitsvondigheden die de middenstand als marketinginstrument inzet. Ik koos de minst aansprekende. Dat was vermoedelijk niet de bedoeling. In Den Haag fiets ik bijna dagelijks langs de computerhulpdienst met boven de ingang ‘Komp u ter hulp’. Het zegt weinig over de kwaliteit van de dienstverlening. Maar dat geldt ook voor de moeder van alle reclameslogans: ‘Geen gelul, gebak van Krul’.