Kliekjes in ronkende verpakking

Intrigo bundelt vijf verhalen én een voorwoord van de Zweedse auteur Håkan Nesser. In het voorwoord licht Nesser toe dat de regisseur Daniel Alfredson drie films heeft gemaakt van de laatste vier verhalen uit het boek.

‘Een boek is een boek, een film is een film’, aldus Nesser. ‘Verhalen moeten vaak worden omgevormd […], ze kunnen zelfs een compleet nieuwe ontknoping krijgen. […] Wat Intrigo betreft zijn alle verschillen tussen boek en film zowel noodzakelijk als in zeer hoge mate opzettelijk’. Het voorwoord wekt zo onmiddellijk de suggestie dat het échte intrige van Intrigo schuilt in de wijze waarop verhalen en films – al dan niet – samenhangen. Wellicht wil Nesser zo reclame maken voor de films, maar hij veroorzaakt zo nog voordat je in één van de verhalen bent gedoken, een zeurderig gevoel van teleurstelling. Of omdat je gewoon wilt lezen, óf omdat je juist die films wilt zien maar nu met dat duffe boek in handen zit.

Alleen het openingsverhaal is nieuw, de andere vier verhalen zijn al eerder gepubliceerd, soms ook onder een andere titel – ik bleek één van de verhalen aldus al in de kast te hebben staan. De samenhang tussen de verhalen in Intrigo is het gelijknamige café, gelegen in het fictieve stadje Maardam dat in meer van Nessers werk voorkomt. Alleen is het niet precies dat café dat in alle verhalen een rol speelt, detail wellicht, maar toch.

In het openingsverhaal, ‘Tom’, gebeurt wel het één en ander in café Intrigo. Een moeder ontmoet er haar dood gewaande zoon, of is het een bedrieger? Håkan Nesser laat in ‘Tom’ zien hoe je het doet, een spannend verhaal schrijven: een verrassende opening die veel vragen oproept, en dan rustig doseren en stapje voor stapje het plot uitbouwen. Mooi en goed gedaan, al is het einde enigszins voorspelbaar. Het tweede verhaal, ‘Rein’, biedt een zoektocht naar, in dit geval, meerdere verdwenen dan wel dode personen. Dit verhaal sleept zich echter nogal voort en net als in ‘Tom’ is de hoofdpersoon niet iemand die sympathie oproept. In beide verhalen is de hoofdpersoon misschien wel een moordenaar, en beide zijn vol zelfzuchtige en eigenlijk nogal banale motieven.

En zoals dat gaat met verhalenbundels: als het steeds wat meer tegenvalt, ontstaat het lange-tanden gevoel. Dat reeds bekende verhaal sla je dan maar snel over en die andere twee, wel, die zijn eigenlijk vrij triest.

Nesser is een meester in het opdissen van eigenaardige namen voor zijn personages- Katadreuffe zal hem ongetwijfeld bevallen. Ook in deze bundel zit dat wel snor. Wie van Maardam houdt en van de manier waarop Nesser de omgeving vormgeeft- ook hier is dat weer goed gedaan. Wat Nesser eveneens goed kan, is het scheppen van een beklemmende sfeer, waarin de machteloosheid van de hoofdpersonen een verre echo van Kafka oproepen. Met twintig andere boeken op zijn naam is bovendien gevoeglijk bekend dat Nesser geweldige (echt) literaire thrillers kan schrijven. Het kaft valt dan ook maar brutaalweg met de deur in huis: ‘Håkan Nesser is de spannendste filosoof onder de Zweede misdaadschrijvers. Niemand schrijft raadselachtiger, literairder en sfeervoller dan hij over schuld, wraak en boete. Dat is waarom wereldwijd miljoenen fans van zijn werk houden.’

Nog even los van de vraag of ‘literairder’ eigenlijk wel een woord is, doet een dergelijke stellige aanbeveling mij altijd met lichte scepsis beginnen aan een boek. Scepsis die gedurende het lezen blijft zeuren, want de verhalen in Intrigo hebben door de vervelende hoofdpersonen een bepaalde afstandelijkheid. Het wekt de indruk alsof Nesser wat willekeurige kunstjes voor publiek heeft gedaan. Zijn hart zit er niet in dit keer. Het boek leest als een verzameling opgewarmde kliekjes met een ronkende verpakking. Maargoed, we hebben altijd nog de films.

Agmar van Rijn

Håkan Nesser – Intrigo. De Geus, Amsterdam. 518 blz. € 19,99.