Overdonderende en fel realistische aanklacht

In Archief van verloren kinderen van Valeria Luiselli wordt een verhaal verteld door het juist niet te vertellen. De roman gaat over kinderen die vanuit Midden-Amerika wel de Verenigde Staten binnenkomen, maar daarna niet verder komen. Dit zijn de verloren kinderen die in een soort niemandsland rondzwerven en daar ook vaak omkomen. De schrijfster vertelt er een verhaal omheen, met talloze bronnen, een herschreven treurzang, een perspectiefwisseling, en zo veel spiegelverhalen dat het de lezer, ondanks het trage tempo van het boek, haast gaat duizelen.

In de grootste verhaallijn gaat een samengesteld gezin op pad naar het zuiden van de Verenigde Staten. Vader en moeder zijn professionele geluidenverzamelaars, al is hij meer een documentalist en zij meer een documentarist. Dat verschil van een letter en minieme betekenis voor de leek wordt uitgebreid uitgelegd en krijgt in het verhaal een grote betekenis. Dat geldt voor vrijwel alles: alles wordt breed uitgesponnen en uitgelegd als we in het perspectief van moeder alle gebeurtenissen meekrijgen. Ze citeert daarbij lustig uit diverse bronnen, en voornamelijk uit de dagboeken van Susan Sontag. De moeder heeft een dochter uit een eerder huwelijk en de vader een zoon. Vader wil verloren geluiden van Apachen opnemen en moeder wil een documentaire in geluid maken over kinderen die wel de grens overkomen, maar dan stranden. Dat zorgt ervoor dat het hele gezin op pad gaat naar het zuiden van de Verenigde Staten.

Er zijn drie verhalen die synchroon lopen met deze reis. Ten eerste zijn de dochters van een vriendin van de moeder vanuit een detentiecentrum ontsnapt en spoorloos. Ze lopen ergens te dolen door de Texaanse woestijn. Ten tweede vertelt de vader vele verhalen over de Apachen die uiteindelijk per trein afgevoerd werden, en als laatste zijn er de treurzangen van de verloren kinderen. Dat laatste verhaal wordt gepresenteerd als een boek dat gelezen wordt, maar is in tegenstelling tot de andere bronnen door de schrijfster verzonnen. Ze baseert zich echter op vele bronnen, netjes achterin genoemd, van Ezra Pounds Canto’s tot The gates of paradise van Jerzy Andrzejewski. De erudiete lezer zal veel plezier beleven met alle intertekstualiteit waar de roman van uitpuilt.

Uiteraard raken ook de kinderen in het hoofdverhaal zoek in de Texaanse woestijn. Het kan dan bijna niet anders of de schrijfster wil hier iets universeels beweren: wij kunnen allemaal zoekraken, wij hebben het allemaal nodig om soms gevonden te worden, een verloren kind uit Honduras is evenveel waard als een verloren kind uit Amerika. We moeten dit onmenselijke gedrag, zoals het vasthouden van kinderen in detentiecentra of die kinderen als criminelen uitzetten, onder ogen zien en proberen de wereld beter te maken. Iets in die richting, want de schrijfster probeert de lezer niets op te leggen, maar zelf tot conclusies te laten komen.

Als halverwege het perspectief wisselt van de moeder naar de jongen verliezen we alle bronnen, maar dat wordt goedgemaakt door de foto’s die hij neemt achterin zijn bijgevoegd. Het verhaal wint ook wat aan spanning: het zusje raakt natuurlijk kwijt. Verder komt er een literair hoogtepunt als in één zin van een tiental pagina’s het perspectief steeds wisselt tussen de jongen en de verloren kinderen die de jongen tegenkomt. De schrijfster vertelt er eerlijk bij dat ze de wijze waarop ze dat doet heeft geleend van Virginia Woolf. Daarmee, en met dit hele boek, nodigt ze uit om veel meer te lezen en daarna haar boek nog eens, veel rijker, te lezen.

Het gezin valt uit elkaar, iets wat vanaf het begin al vast leek te liggen. De dochters van de vriendin worden dood gevonden. Duizenden kinderen komen steeds de grens over. Hoe het afloopt met het gezin wordt duidelijk, en dat is ergens jammer, maar misschien juist zo bedoeld om de vragen na het lezen van deze roman over de verloren kinderen te laten gaan, en die nog flink te laten nadreunen.

Erik-Jan Hummel

Valeria Luiselli – Archief van verloren kinderen. Vertaald door Molly van Gelder en Nicolette Hoekmeijer. Das Mag | Karaat, Amsterdam, 440 blz. € 27,50.