De VPRO Bob den Uyl Prijs is vanmiddag uitgereikt aan Dore van Duivenbode voor haar boek Mijn Poolse huis (De Geus). De prijs voor het beste Nederlandstalige reisboek uit het afgelopen kalenderjaar bestaat uit een geldbedrag van 7500 euro.

De jury schreef:

Als winnende boek koos de jury uiteindelijk voor een aangrijpende geschiedenis, een small history, die niet groot gemáákt wordt, terwijl hij dat juist wél is. Gecombineerd met een vaardige pen, met humor, kwetsbaarheid en journalistieke ambitie, levert dat niet alleen een prachtig literair reisboek op, maar ook een debuut dat veel belooft voor de toekomst.

Dore van Duivenbode ontving de prijs uit handen van juryvoorzitter Esther Op de Beek. In Mijn Poolse huis vertelt Van Duivenbode over de onbezorgde zomers die ze als dochter van een Poolse moeder doorbracht in het familiehuis vlak bij Auschwitz. Haar terugkeer naar dit ‘schuldige landschap’ met de vraag of ze het huis zal verkopen, roept vragen op over individuele en collectieve verantwoordelijkheid voor het verleden. Een aangrijpende geschiedenis, een small history, die niet groot gemaakt wordt, terwijl zij dat juist wel is.

De overige genomineerde titels waren:
* Fleur van der Bij – De Nijl in mij. Een ontdekkingsreis naar het hart van de waanzin (AtlasContact)
* Mathijs Deen – Over oude wegen. Een reis door de geschiedenis van Europa (Thomas Rap)
* Peter Giesen – Retour de France. Over de route nostalgique naar het Frankrijk van nu (Thomas Rap)
* Edwin Timmer – Langs de muur van Trump. Van Harlingen naar Tijuana (Volt)

De jury werd dit jaar gevormd door voorzitter Esther Op de Beek (universitair docent Moderne Nederlandse letterkunde te Leiden), Eefje Blankevoort (journalist), Judith Eiselin (recensent NRC Handelsblad), Thomas Heerma van Voss (schrijver) en Roman Helinski (schrijver).

Lees de recensie op Tzum van dit boek hier.