Wrevel rijmt op baby’tjesgekevel

In 2010 verscheen voor het laatst een fatsoenlijk cadeauboek voor de Spannende Boekenweken (die nog tot 21 juni duren). Het werd dus wel tijd dat er weer eens iets goeds geschreven werd. Met Thomas Olde Heuvelt, een schrijver wiens Hex zelfs door grootmeester Stephen King werd gewaardeerd, heeft de CPNB een jonge, sympathieke auteur met een heel eigen fanbase binnenboord gehaald. Zijn nieuwste roman Echo is toevallig ook net uitgekomen, dus de promotietour van dat boek kon mooi samengaan met de signeersessies voor de Spannende Boekenweken. Echo met z’n 600 bladzijden moet nog even wachten op de vakantie, zeker nadat ik Dolores Dolly Poppedijn heb gelezen en eerst weer een onbevangen leeshouding moet herwinnen, want ik hoop uit alle macht dat die 600 bladzijden niet zo geschreven zijn als deze 96.

In Dolores Dolly Poppedijn zitten we in het hoofd van Charlotte, een poppendokter die haar baby, de Dolores uit de titel, verloren heeft, binnen een jaar ook nog een miskraam krijgt en ontoerekeningsvatbaar is verklaard. In haar hoofd malen dwanggedachten en fantasieën over haar overleden dochter rond. Haar bezorgde man Gilman heeft sinds hun verlies een ‘reusachtige herderteef’ gekocht die hij de naam Dolly gegeven heeft. Een van zijn eerste daden is het doden van een reekalf, waarvan de kop sindsdien opgezet aan de muur hangt. Aan het eind, tijdens een psychotische aanval van Charlotte, antwoordt hij ook nog ‘Nimmermeer!’ op de vraag van haar of ze haar kind Dolores ooit weer zal zien. Een weinig subtiele verwijzing naar Edgar Allen Poe.

De verdere samenvatting zal ik voor iedereen die van spanning houdt achterwege laten, maar bedenk wat je zelf zou doen met de gegevens dood kind, ontoerekeningsvatbaar, poppendokter, herderteef. Bedenk ook dat Olde Heuvelt in de ranzige details een stuk verder gaat dan jij.

Wat ik niet zo goed snap, zijn de gruwelijke rijmpjes (die, oh horror, ook nog eens gecentreerd zijn) die zes keer het verhaal onderbreken naast een tekening van een dode baby die steeds verder aan het ontbinden is. Ik snap dat een psychotische vrouw slecht rijmt en dat haar amateurisme uit dat centreren moet blijken, maar wat voegen die poëtische intermezzo’s toe aan het verhaal? Nog erger wordt het als dat rijm ook wordt gebruikt binnen het lopende verhaal. Charlotte is de verteller die achteraf haar hele verhaal vertelt. Als je aan het eind van het boek bent, is onduidelijk hoe ze dat gedaan heeft. Zitten we in haar gedachten op het moment dat ze aan het eind van het verhaal aangetroffen wordt? Is het een verhaal dat later geconstrueerd is voor de psychiater? Dat blijft vrij onduidelijk.

Olde Heuvelt heeft ervoor gekozen om dat verhaal te doorspekken met veel cursief gedrukte woorden en uitroeptekens aan het einde van de zin, zodat je zelf niet hoeft te denken. Daarnaast gebruikt hij dus ook rijm en binnenrijm binnen het proza waardoor je continu uit het verhaal raakt, omdat die rijmende zinnen voor een rare, vaak archaïsche woordkeus of een rare woordvolgorde zorgen. Hieronder een paar voorbeelden, maar je vindt er op elke bladzijde wel een paar.

Ik was juist in de keuken een maaltje aan het bereiden, waar Gilman zo graag van smult. Ik wilde die lieverd bij thuiskomst verrassen met een groot bord zure zult!

Daar houdt Gilman haar tegenwoordig, gluiperig en woest – het liefst zou ik haar vergiftigen als ik wist hoe dat moest!

Je kunt een vrouw van alles wijsmaken, maar ik wist wel wat dat betekende: zijn liefde was ontloken!
Maar als je dan ’s nachts in je ledikantje lag, was het of mijn hart in stukken was gebroken.

Hoe frustrerend stug, dat silicone – het veerde steeds maar terug!

Vooral oudere mensen stralen bij het zien van andermans kleine dot. Met name oude dametjes, die zijn erop verzot.

Ze grauwde en klauwde en hapte, alsof ze een groot kwaad bespeurde. Ik kon ternauwernood voorkomen dat ze je uit mijn handen sleurde! Lieve help, die dolle teef, zelfs Gilman kon haar niet kalmeren. Papa gaf haar er flink van langs en jij, je bleef zo heerlijk kalm, alsof het je allemaal niet kon deren!

Ik zou het ook niet prettig vinden als ze met een suctienaald in mijn organen zouden boren. Maar die nare bacteriën moesten eruit zodat de formaline het ontbindingsproces kon smoren.

Zelfs Dolly’s vijandigheid zorgde niet voor paniek, eerder voor een alert soort wrevel dat je bediende van eenzelfde repliek van baby’tjesgekevel.

Hoe afschuwelijk het is in het ongewis van een donker graf onder de grond; ik kon me er geen voorstelling van maken! De pijn die mijn moederhart omwond was dan ook absoluut niet te genaken.

Op elke bladzijde vind je dit soort vreemde constructies met ouderwetse boekentaal, zelfs voor een vrouw met zo’n heftig trauma lijkt me dat abnormaal. Ik zou dat horrorgenre meer waarderen, als een schrijver zijn boek niet met deze onzin zou larderen.

Coen Peppelenbos

Thomas Olde Heuvelt – Dolores Dolly Poppedijn. CPNB / Luitingh-Sijthoff, Amsterdam. 96 blz. Je krijgt het geschenk van de Spannende Boeken Weken van 1 t/m 21 juni cadeau bij aankoop van € 12,50 aan Nederlandstalige boeken.