Theatersport in stripvorm

Losse eindjes is een vreemd album. De titel van dit curieuze stripverhaal slaat niet op de inhoud maar op de manier waarop auteur Olivier Pont het gemaakt heeft. Het verhaal, zo schrijft hij in een uitgeleide achterin het boek, is het resultaat van een grondige improvisatie waarbij hij geen vooropgezet plan had. Hij zegt dat hij ‘deze keer geen zin had om alles op voorhand vast te leggen en mezelf te onderwerpen aan de plicht om alles te tekenen zoals het is beschreven.’ Pont wilde het verhaal zichzelf laten vertellen. Eerst de kadertjes trekken en dan aan de slag, van scène naar scène. Bijzonder, moedig ook.

En is het geslaagd? In eerste instantie pakt het verrassend goed uit. Wie zonder deze kennis aan het verhaal begint, zal af en toe gniffelen van de flinke verhaalsprongen, de onwaarschijnlijke bochten en de ronduit maffe situaties waarin hoofdpersoon tegen wil en dank Thibault terecht komt. Als Pont dit bij wijze van wild experiment is aangegaan, dan is het gelukt. Het is in feite een geestig, onderhoudend en bij vlagen spannend verhaal.

Als hij ondanks zijn voorgenomen opzet het verhaal naderhand nog had bijgeschaafd en op kleine punten had aangepast, dan was het beslist sterker geworden. Een van de verhaalelementen die sneuvelt als je bij het scheppen van plaatje naar plaatje gaat is een spanningsboog. Die staat in Losse eindjes vrijwel het hele boek gespannen en dat komt de dynamiek niet ten goede. Het verhaal krijgt er een rabiate vaart van, de lezer heeft amper tijd om te beseffen wat er allemaal gaande is. En dat is nogal wat.

Thibault is een stevige dertiger van het sullige soort. Als hij op een metrostation in Parijs tegen een jongedame botst en daarbij haar boodschappentas scheurt, helpt hij haar met het sjouwen van de spullen. Deze Judith brengt hem naar een oud dametje dat vijf hoog woont met haar drie katten. Als Judith er dan ineens tussenuit piept, zit Thibault alleen met de bejaarde, die vervolgens komt te overlijden.

Thibault wordt opgepakt voor vermeende betrokkenheid, waarna de politieauto mét de onfortuinlijke arrestant wordt gestolen door een crimineel, die het hele korps achter zich aan heeft zitten. Zo raakt Thibault van de regen in de drup, en daar blijft het niet bij. In één dag tijd ziet de jammerende antiheld ongeveer de hele stad: vanuit de krochten, vanaf de daken. Hij komt vreemde figuren tegen, verijdelt een moordpartij en krijgt aan het einde van het verhaal waar hij al zo lang naar snakt: rust. Onder meer.

Olivier Pont heeft zich voor dit album een heerlijke, losse tekenstijl aangemeten. Pont is vooral bekend van zijn bewierookte, meeslepende strip-epos Over de grenzen van de tijd… waarvan de integrale al in 2005 verscheen. In dat verhaal is zijn lijnvoering strakker, meer richting het werk van Cyril Pedrosa, en neigt het naar Disney. Losse eindjes is wat ruiger: het is niet geïnkt maar opgezet in potlood. De inkleuring van Laurence Croix, die veel met digitale pastel werkt, past daar goed bij. Het ziet er gewoon lekker uit.

Was het nodig om te weten dat Pont dit album uit de losse pols heeft gemaakt? Niet per se. Door het zo prominent in het album op te nemen, lijkt hij zijn critici een stap voor te willen zijn. Eigenlijk overbodig, het verhaal is geestig genoeg zoals het is. Geen hogere wiskunde of van noveleske hoogmoed, maar toch zeker een heel behoorlijk feelgoodverhaal met vaart en een fijne dosis actie. Experiment geslaagd.

Stefan Nieuwenhuis

Olivier Pont – Losse eindjes. Dargaud. 128 blz. hardcover. € 25,65.