Sociale klimmers

‘De straat is voor de meeste mensen netjes geplaveid maar wij, wij zien overal drempels, gaten en scheuren in de weg.’ Aan het woord is de vader van Osama die in de weekenden met zijn elfjarige zoon oude meubels ophaalt en verpatst. Het gezin waarvan de ouders uit ‘het land van de Atlas’ komen, woont in een krakkemikkige woning in Rotterdam.

De roman De weekendmiljonair wordt verteld door Osama die nogal ongeremd groeit en niet alleen lichamelijk, maar ook geestelijk zijn leeftijdsgenoten en zijn ouders al ver vooruit is. Zijn ouders proberen door hard te ploeteren, al is het soms illegaal, hun zoon in een kliniek te krijgen waarbij die groei gestopt wordt. Daarnaast proberen ze zich te ontworstelen aan de sociale klasse waarin ze zitten.

Abdelkader Benali gebruikt een aantal vaste verhaalelementen die bij dit genre hoort: een goedmoedige, volkse buurvrouw die voor een vrolijke noot zorgt, een zoon die moet tolken voor zijn ouders, onbegrip voor Nederlandse normen en waarden. Zo vindt een leraar het wel goed dat Osama eigenwijs is, terwijl de vader dat juist probeert tegen te gaan. Soms scheert de roman wel heel dicht langs de clichés die bestaan over migranten:

Mijn vader was in afwachting van de definitieve keuring, hij hoopte dat hij zou worden afgekeurd. In de tussentijd moest hij vooral niet opvallen. ‘Anders komt de bijstand en dan willen ze dat hij de uitkering terugbetaalt.’

Aan de andere kant speelt Benali ook doelbewust met die clichés. Als de vader met Osama meubels ophaalt in een rode Ford Transit overdrijft hij zijn gebrek aan kennis van de Nederlandse taal tot schaamte van zijn zoon. Alle middelen worden ingezet voor een hogere fooi. Naast het beste voor zijn zoon probeert de vader van Osama bij een andere klasse te komen. In zijn land van herkomst zag hij die ongelijkheid al. In De weekendmiljonair wordt dat klassenverschil letterlijk en symbolisch gekoppeld aan een zijde van een rivier. Aan de overkant hebben mensen het beter. Het doel is die overkant te bereiken (en impliciet geeft Benali hier een boodschap mee die een veel bredere politieke reikwijdte heeft).

De zoon probeert ondanks zijn lengte zo normaal mogelijk te zijn, al weet hij dat dat niet zal lukken als je als elfjarige Homerus leest, te lomp bent om te kunnen voetballen en als enige in de klas een grotere bank en stoel krijgt. Naast de groeipijnen is Osama vooral bezig om zijn plaats in het leven te vinden. Ondanks zijn lengte heeft hij een minderwaardigheidscomplex. ‘De Transit was alles wat ik niet was: iets wat zijn verschijning waarmaakte.’

Met De weekendmiljonair heeft Abdelkader Benali een makkelijk toegankelijke roman geschreven, op voorleesavonden zal de scène bij de aardappelboer met zijn tientallen soorten aardappels het goed doen. Literair gezien is deze roman wel een stap terug: in vergelijking met zijn debuut Bruiloft aan zee wordt in De weekendmiljonair veel minder aan de verbeelding overgelaten. In de verovering van het grote publiek is dit boek waarschijnlijk een stap vooruit: herkenbare karakters gekoppeld aan actuele maatschappelijke thema’s. Een feel good-movie op basis van dit vriendelijke migrantenverhaal ligt op de loer.

Coen Peppelenbos

Abdelkader Benali – De weekendmiljonair. De Arbeiderspers, Amsterdam. 232 blz. € 21,50.

Deze recensie verscheen eerder in een kortere versie in de Leeuwarder Courant en het Dagblad van het Noorden op 13 september 2019.