Verstild hoogtepunt voor Lax, het Louvre en de lezer

Ze slaan opnieuw toe, Christian Lax én het Louvre. De Fransman Lax tekende een album in de reeks die het Parijse museum in 2002 in gang zette en sindsdien een aantal fraaie titels heeft voortgebracht. Het idee is dat vooraanstaande stripmakers worden uitgenodigd een verhaal te maken dat op een of andere manier gekoppeld is aan het Parijse museum. Het Louvre werkt samen met de Franse kwaliteitsuitgeverij Futuropolis en dat levert mooie albums op: Jiro Taniguchi’s Wachters van het Louvre, Cats of the Louvre van Taiyo Matsumoto en Yslaire’s De hemel boven het Louvre. Ook het pas onlangs in het Nederlands verschenen De krochten van het Vourlé van Marc-Antoine Mathieu hoort in de reeks, die nadrukkelijk eens niet educatief is opgezet om kinderen op een speelse manier te interesseren voor kunst. Het Louvre koos voor mooie verhalen, voor diepgang en klasse, gericht op volwassen striplezers. Typisch Frans, dus.

Moeder met kind van de Fransman Christian Lax, die ook het scenario voor zijn rekening nam, is een bijzonder verhaal dat het museum verbindt met Afrika, het koloniale Franse verleden, de roof van kunstschatten en een persoonlijk verhaal van een Malinese jongeman die de opdracht krijgt een uniek, eeuwenoud beeldje in veiligheid te brengen.

Alou, een twintiger die in zijn geboortestreek een zogenaamde honingjager is, wordt op een dag gemolesteerd door een groep moslimextremisten, die uit zijn op totale heerschappij in de streek. Zij zien kunst als afgoderij, zolang het niet in het teken staat van de verering van Mohammed. Alou krijgt daarom een opdracht van een oude wijze: breng een beeldje van een zwangere vrouw, ‘Moeder met kind’ genaamd, naar Parijs en verenig het daar met het enig andere vergelijkbare beeld uit de Dogon-traditie. Het is de enige manier om het beeldje te beschermen, hoe curieus ook gezien het feit dat het uitgerekend de Fransen waren die ooit alle kunstschatten in Mali ontvreemdden en naar Frankrijk – het Louvre – brachten.

Alou gaat op weg, door het wetteloze Libië en komt terecht op een gammele schuit: iedereen kent de beelden van de overvolle migrantenbootjes op de Middellandse Zee. Alou redt het tot Lampedusa, weet daar te ontkomen en komt uiteindelijk als vluchteling in een provisorisch tentenkamp in Parijs terecht. Daar gaat hij op zoek naar iemand die in het Louvre werkt.

Het verhaal dat Lax vertelt is er een dat we grotendeels kennen. De vluchtelingenstromen van Afrika naar Europa zijn vaker onderwerp van strips, ook al volgen we nu meer dan alleen een jongeman: hij heeft een beeldje bij zich waarvan onomstotelijk vaststaat dat het grote culturele waarde heeft. Alleen: Alou is maar een vluchteling, wie zal hem geloven?

Het Louvre wordt er op een kunstige manier in het verhaal verweven. We volgen een gepassioneerde conservator met een voorliefde voor tribale kunst – uitgerekend. Interessant zijn de gesprekken die hij met een collega heeft over de Afrikaanse kunstvoorwerpen. Die worden immers met alle zorg en toewijding geconserveerd, terwijl we niet omkijken naar de mensen van daar, ook niet zij die in nood zijn. Het is slechts een maatschappijkritisch zijsprongetje, want even later geeft de conservator hoog op van de technieken die het Louvre in huis heeft om de authenticiteit van kunstobjecten te kunnen beoordelen: polychromie-analyse, stratigrafie van de patina-lagen en micromutilatie om houtsoorten te kunnen vaststellen. Overigens allemaal klein bier vergeleken met de zevenentwintig meter lange deeltjesversneller die met een snelheid van dertigduizend kilometer per seconde protonenbundeltjes in het onderzoeksobject kan schieten, om zo vast te stellen uit welke chemische elementen het bestaat.

Dat klinkt klinisch en onbeholpen, maar het geeft het verhaal een mooie extra laag. Lax lijkt te willen laten zien aan de mensen in Mali dat er goed met hun verleden wordt omgesprongen in Frankrijk, ver weg van de moslimextremisten die het Afrikaanse vasteland teisteren met hun culturele vernielzucht. Alles krijgt zo keurig een reden en een motief. Behalve Alou: hij wordt alleen gezien als de figuur die alles achter zich heeft gelaten om een beeldje te redden. Zelf lijkt hij dit ook te beseffen, hij vervult alleen de taak die de oude wijze hem omdroeg. Maar toch, eenmaal in Frankrijk had hij misschien ook gehoopt op iets van medemenselijkheid.

Moeder met kind zit knap in elkaar en belicht een actueel thema vanuit meerdere perspectieven. Misschien dat de lezer moet wennen aan de treurige boodschap, fraai is het verhaal zeker. Lax laat de hoofdpersoon niet veel zeggen, des te meer laat hij zien: de gelatenheid, de uitzichtloosheid en het heroïsche tegen wil en dank. Alou is geen held, hij heeft een opdracht gekregen. Dat is alles.

Lax heeft opnieuw voor een zwart-witte opzet gekozen, net als in zijn vorige album Een zekere Cervantes uit 2018, met gewassen inkt en verschillende technieken. De panoramische pagina’s zijn deels uitgewerkt met houten pennetjes wat een krasserig effect oplevert: een grilligheid die past bij het onbarmhartige, ruige landschap waardoor Alou trekt. De verweerde koppen en de troosteloze blikken zijn intussen bijna een handelsmerk van Lax, die zelden vrolijke en ongedwongen figuren en thema’s kiest voor zijn verhalen.

Moeder met kind is een intrigerend verhaal dat een aandachtige lezer verdient. De chronologie en de rustige opzet, zonder veel zijpaden en afleiding, zorgen voor een ongedwongen leeservaring die de lezer daardoor in staat stelt om alles rustig tot zich te nemen. Het komt de intensiteit van de vertelling ten goede. Lax én het Louvre hebben een mooi album toegevoegd aan hun palmares.

Stefan Nieuwenhuis

Christian Lax – Moeder met kind. Daedalus. 144 blz., hardcover. € 25,50.