Een eeuw die hobbelt van de ene naar de andere puinhoop

De nieuwe roman van H.J.A. Hofland, Man van zijn eeuw, begint met een begrafenis en eindigt met een crematie. Naar de begrafenis ging Pierre, de ik-figuur, ‘in een opwelling van late kameraadschap, om aan de dode iets goed te maken dat ik de levende had onthouden, een vleugje bijval.’

De crematie betrof die van Kas de schilder, lid van de ‘jongensclub’ die al sinds jaar en dag bijeenkomt ‘in een buurtcafé met korstige Perzische kleedjes op de tafels en een baas die zelf bedient’, en waarvan Pierre ook deel uitmaakte.

In de tussen de beide rouwdiensten verstreken anderhalf jaar verzoent Pierre zich niet zonder strijd met zijn leven. Hij voelt zich ‘een gemiddelde man van zijn eeuw’. Dat is de tijd die in 1914 is begonnen en die in 1989 is afgelopen. Van de eerste foto’s uit de loopgraven tot het slopen van de Muur op de kleuren-tv.’

Daarmee is, op de laatste bladzijden van Hoflands vierde roman – het grootste gedeelte van zijn oeuvre bestaat uit columns en essays, al dan niet gepubliceerd onder het pseudoniem S. Montag – de titel verklaard. Het woord eeuw wordt door Hofland gebruikt in de betekenis van tijdperk. Voor hetzelfde geld had zijn boek Man van zijn tijd kunnen heten, hoewel daar toch weer andere bijbetekenissen aan kleven. Het woord eeuw, met nog zeven jaar te gaan voordat de twintigste erop zit, begint al iets van een nostalgische lading te krijgen.

Het verhaal van Man van zijn eeuw is snel verteld. Man van in de vijftig verlaat zijn vriendin. ‘Ik kon er niet meer tegen, ik werd daar gek in huis, of beter gezegd, ziek’, zal hij later verklaren. Bij toeval ziet hij dat de politicus Evert Drijver, die ook lid is van de jongensclub, in het bezit is van de broche die hij, Pierre, aan haar, Anne, heeft geschonken.

Hij steelt uit de jaszak van de politicus een set Polaroids waarop Anne, Evert en nog een onbekende man zich overgeven aan erotische acrobatiek. Ofschoon een halfjaar is verstreken sedert diens vertrek bij Anne en hij dus eigenlijk niets te maken heeft met haar doen e laten, is Pierre geschokt en zint hij op wraak.

Hier krijgt de roman thrillerelementen, ook al omdat je als lezer als het ware wordt uitgenodigd om mee te denken over manieren van wraakneming en zodoende ongemerkt terechtkomt in de duisterste spelonken van het menselijk brein. Wat daar niet allemaal ligt opgeslagen! Welke uitzinnige actie gaat Pierre ondernemen om zijn vijand te vernietigen?

Hofland zou Hofland niet zijn als hij niet, terwijl het verhaal zijn loopt neemt, zou theoretiseren over liefde, jaloezie en wraak. Hij laat Pierre opmerken: ‘Zo ontdekte ik dat wraak nemen in Nederland een groot vraagstuk is. [–] Katten van de buren worden vergiftigd, radio’s iedere avond hard aangezet, banden doorgestoken, vuilnisbakken op de trap omgekeerd, de eeuwige guerrilla van de maagzweerlijders. Maar voor een grote, fatsoenlijke wraak, het voltrekken van een vonnis dat je vijand van zijn eer berooft, is dit geen goed land.’

En verderop: ‘Is wraak dan wel een recht? Dat is geen verstandige vraag. Het is een daad die niets met recht of onrecht te maken heeft, het is een opdracht die je jezelf hebt gegeven, en als je die niet uitvoert heb je jezelf verraden en dat zal je je leven lang berouwen.’

Zoals wel vaker in et leven nemen de gebeurtenissen echter een onverwachte wending. Op het feestje ter gelegenheid van Drijvers vijftigste verjaardag eist Pierre ‘zijn’ broche terug. Het stelt hem teleur als zijn slachtoffer hem die zonder al te veel tegenstribbelen teruggeeft.

Verwonderd is Pierre als hij op hetzelfde feestje Anne in een ernstig, vertrouwelijk gesprek gewikkeld ziet met de jarige. De vrouw van de als onbetrouwbaar bekend staande politicus heeft het ook gezien en is onderweg naar het tweetal.

Op dat moment gebeurt er iets dat Pierre zelfs in zijn meest wraakzuchtige momenten niet heeft kunnen bedenken. Evert Drijver en Anne worden geraakt door vuurpijlen die klaar liggen voor later op de avond en die door een vonkje zijn afgegaan. Drijver wordt vol in het gezicht getroffen: hij is blind en verminkt.

Is de roep om wraak daarmee bevredigd? Is de jaloezie overwonnen? Voor volledige loutering is nog één vernedering nodig en ook die zal Pierre niet bespaard blijven.

Zo is Man van zijn eeuw een eigentijdse vertelling over de teloorgang van een liefde aan het einde van de twintigste eeuw, maar de roman is meer dan een plat verhaal. Hofland heeft het boek een bredere context gegeven door op de achtergrond de eeuw samen te vatten in sleutelbegrippen als oorlog en communisme. Een eeuw die voortkabbelt van de ene puinhoop naar de andere. Ook zo bezien is Pierre een man van zijn eeuw.

Frank van Dijl

H.J.A. Hofland – Man van zijn eeuw. De Bezige Bij.

Deze bespreking stond eerder in het Algemeen Dagblad van 9 oktober 1993.

H.J.A. (Henk) Hofland (1927-2016) werd in 1999 uitgeroepen tot dé Nederlandse journalist van de twintigste eeuw.