Angst voor de pek en de veren

Dimitri Verhulst is geen dagboekenschrijver: ‘Ik zie mezelf niet graag genoeg om mij ervoor te interesseren.’ Toch behoort Onze verslaggever in de leegte tot dat genre, het bestaat uit losse notities en brieven. Er zitten soms enorme hiaten tussen de aantekeningen die niet aan datum gebonden zijn, dus je schiet van een vakantie in Frankrijk naar een optreden in Canada en hop weer terug naar België waar de schrijver voor de zoveelste keer zijn bestaan een beetje begint te ordenen.

Onze verslaggever in de leegte is vooral een verslag van een zelfdestructie. Wijn, sigaretten en coke, het gaat er allemaal in grote hoeveelheden doorheen. ‘Doe daarbij: weinig slapen en een minachting voor groenten en fruit. Doe daarbij: genetische erflast voor verslavingen en kanker.’ En doe er ook nog maar chronische rugpijn bij. Vriendinnen worden versleten en ingeruild. Pas tegen het eind van het boek kom je te weten dat die drang tot zelfvernietiging pas heftige vormen kreeg toen Verhulst door een ex werd aangeklaagd voor verkrachting. De schaamtevolle rechtsgang en de dreigende publiciteitsgolf maken de schrijver kapot. ‘Angst voor de pek en de veren. Angst ook voor het falen van de rechtspraak. Het is de zomer van het grote zuipen en het grote snuiven geworden.’ Verhulst stipt deze oorzaak aan binnen een paar bladzijden en bezweert dat hij er nooit een boek over zal schrijven.

Het is altijd lastig om bij literatuur over een heftig onderwerp te zeggen dat een schrijver zo goed formuleert, maar Verhulst is nu eenmaal zo’n schrijver die juist excelleert in de beschrijving van rauwe scènes. Mooi zijn ook de bladzijden die Verhulst wijdt aan zijn ontmoeting met de oude Hongaarse schrijver György Konrád (de context: het maken van een documentaireserie laat Verhulst weg). De oude schrijver heeft vaderlijk advies voor Verhulst. ‘Je moet rustiger worden,’ zei hij, zomaar, ineens. ‘Je bent te gehaast. Er zit te veel daver, te veel onrust in je lijf. Zo kan je niet schrijven.’

Die rust lijkt te komen dankzij een nieuwe geliefde, Tutut genoemd, met wie hij een huisje koopt en ook nog een labrador. Als dat maar goed gaat. Onze verslaggever in de leegte is helaas een beetje fragmentarisch. Je zou willen dat Verhulst de opdracht krijgt om een deel in de reeks Privé-domein te schrijven. Een echt dagboek van een jaar, waarin het zelfonderzoek wordt voortgezet.

Coen Peppelenbos

Dimitri Verhulst – Onze verslaggever in de leegte. Pluim, Amsterdam. 168 blz. € 19,99.

Deze recensie verscheen eerder in de Leeuwarder Courant en het Dagblad van het Noorden op 28 februari 2020.