Twee Latijns-Amerikaanse grootheden overleden

Vandaag, 16 april, werd bekend dat de Chileense auteur Luis Sepúlveda is overleden aan het coronavirus. Sepúlveda brak begin jaren negentig door met De oude man die graag liefdesromans las – een roman die eerst in het Frans succesvol werd voor hij in het Spaans zijn publiek bereikte. Niet heel vreemd, omdat er in Frankrijk destijds een grote markt was voor exilschrijvers uit Latijns-Amerika. Sepúlveda was een balling uit het Chili van Pinochet, waar hij ook lange tijd gevangen zat onder het regime van de dictator. In 1977 wist hij het land te ontvluchten, waarna hij nog enkele jaren revolutionair-politiek actief was, om in de jaren tachtig in Europa neer te strijken en zich verder te wijden aan zijn letterencarrière. Zijn romans (en reisverhalen, want daar was hij ook een grootheid in) sloten qua toon aan bij de magisch-realisten die in de decennia ervoor grote triomfen vierden, waardoor hij meteen door een breed publiek werd opgepikt. De afgelopen jaren werd hij steeds minder gelezen maar was hij wel nog altijd een graag geziene gast op literaire festivals en boekenbeurzen. Hij woonde in het Spaanse Asturië, waar hij eind februari de eerste bevestigde coronapatiënt werd. Luis Sepúlveda werd 70 jaar.

Van een heel andere categorie was de gisteren, 15 april, overleden Braziliaanse schrijver Rubem Fonseca. Bij het grote publiek brak hij nooit door, maar door schrijvers en critici werd hij op handen gedragen. Fonseca was vooral een verhalenschrijver, en dan van verhalen van het gewelddadig, vuige, hyperrealistische soort – brutalisme was een term die weleens opdook als zij werk werd aangehaald. Het zijn verhalen over misdaden, afrekeningen en geweld in de relationele sfeer – de realiteit in zijn Brazilië, waar hij in de jaren vijftig als advocaat en politiecommissaris werkte. Dat verklaart ook waarom veel van zijn personages inspecteurs, detectives of schrijvers zijn. Fonseca schreef en publiceerde al sinds de jaren zestig en tot afgelopen jaar verscheen er nog nieuw werk. In het Nederlands werden in de jaren negentig enkele titels vertaald, maar grote verkoopcijfers leverde dat hem niet op. Hij was ook geen liefhebber van publieke optredens en interviews gaf hij zo goed als nooit. Maar hij kreeg wel enkele van de belangrijkste Latijns-Amerikaanse literaire prijzen, die getuigen voor de waardering die hem ten deel viel in de literaire wereld: de Premio de Literatura Latinoamericana y del Caribe Juan Rulfo (2003) en Premio Iberoamericano de Narrativa Manuel Rojas (2012) Fonseca stierf in Rio de Janeiro, waar hij al sinds zijn jeugd woonde. Hij werd 94 jaar.