Ophef in Chili. Daar werd onlangs het Concurso Literario Luis Sepúlveda in het leven geroepen. De intenties waren vast goed: een verhalenwedstrijd voor jong en oud, vernoemd naar hun eigen geliefde schrijver (al woonde hij al decennia in Spanje) die niet veel eerder het leven had verruild voor de eeuwige jachtvelden. Over de uitvoering was daarentegen, subtiel gezegd, niet heel lang nagedacht. Het thema dat de aspirant-schrijvers in deze verhalenwedstrijd voor de kiezen kregen was namelijk ‘El coronavirus y yo’: ‘Het coronavirus en ik’. En dat terwijl Sepúlveda precies een maand eerder nou juist aan datzelfde dekselse virus was overleden.

De familie van de auteur voelde zich overdonderd en geschoffeerd; en een hele rits Chileense schrijvers riep op tot het stoppen van de activiteiten. Niet alleen werden vragen gesteld over het thema, het te overhaast in het leven roepen van deze ‘hommage’ én het fout schrijven van de voornaam van de schrijver (Luís in plaats van Luis), ook het feit dat het initiatief kwam van een overheidsinstantie was literair Chili een doorn in het oog, want Sepúlveda was als balling (gevlucht voor de dictatuur van Pinochet, na gevangen te hebben gezeten en te zijn gemarteld) altijd achterdochtig gebleven jegens de Chileense politiek.

En de kritiek werd gehoord, want inmiddels werden er vanuit het lokale bestuur excuses aangeboden en werd de naam veranderd in: ‘Cartas en tiempos de pandemia’ (Brieven in tijden van een pandemie).