Op Facebook uit Kristien Hemmerechts haar ongenoegen over het gebrek aan Vlaamse vrouwen op de lijst van de Canon van de Nederlandstalige literatuur vanuit Vlaams perspectief.

ik kan niet goed geloven dat die literaire canon versie 2020 is wat hij is, met 0,0 Vlaamse vrouwen die na de zestiende eeuw leefden. Sinds de zestiende eeuw heeft er dus nooit, jamais een vrouw met wortels in de Vlaamse klei een tekst geschreven, zij het gedicht, essay of roman, die de moeite waard werd bevonden om opgenomen te worden. Zelfs Patricia de Martelaere verdorie heeft het niet gehaald. Ik wil Patricia in die canon, en ook Maria Rosseels. Nu! Heute! Maintenant! Ahora!

Ook Aleid Truijens, columniste bij de Volkskrant valt het op:

En wat is die lijst mannelijk. Vijf vrouwen! Twee Vlaamse, Hadewijch en Anna Bijns. Zouden er na 1575 geen Vlaamse vrouwen zijn geweest die werk hebben geschreven dat de tijd doorstaat? Dat geloof je toch niet? Drie vrouwen die er met reden opstaan – behalve Haasse, Vasalis en Ida Gerhardt – zijn Noord-Nederlands. Géén Annie M.G. Schmidt, Anne Frank en (de schrijfsters van) Sara Burgerhart, heldinnen die wel in onze nieuwe geschiedeniscanon staan. Die zijn lekker alleen van ons.

Wel in de geschiedeniscanon kunnen we dan zeggen, maar niet in de kennisbasis voor leraren Nederlands in de bachelor.

Voor de rest gaat de discussie in Vlaanderen vooral over de verwijdering van Jef Geeraerts.

De roman moet een vrijplaats blijven, waar een mens veilig is voor de politiek correcte meute. Morele, politieke of andere niet-literaire motieven mogen niet meespelen bij de beoordeling van een literair werk.

Lees meer in De Standaard.