Eerst de feiten dan de verbeelding

‘Veelsoortig zijn de strategieën om het voorbije vast te houden en het vergeten een halt toe te roepen,’ schrijft Judith Schalansky (Greifswald, 1980) in het voorwoord van Inventaris van enkele verliezen. De Duitse schrijfster heeft er, in literair opzicht, een strategie aan toegevoegd. Ze verenigt in Inventaris van enkele verliezen feit en fantasie. Het boek bevat twaalf korte verhalen over verdwenen zaken, variërend van de Kaspische tijger, de eerste film van Friedrich Wilhelm Murnau, het Palast der Republik van de DDR tot de negentiende-eeuwse topografische maantekeningen van Kinau. Elk verhaal kent een geheel eigen stijl en register en wordt vooraf gegaan door een encyclopedische inleiding die bestaat uit feiten over het ontstaan en het verdwijnen van het object.

Aan de indeling en het binnenwerk van de prozabundel zie je meteen dat je met een bijzonder boek te maken hebt. Inventaris van enkele verliezen, waarvoor Schalansky in 2018 de Wilhelm-Raabe-Literaturpreis kreeg, heeft namelijk niet alleen een voorwoord, maar ook een ‘Woord vooraf’, een zeven pagina’s tellend personenregister en een pagina met bronvermeldingen. Alle inleidingen hebben een titel en een bovenkop, bijvoorbeeld ‘Valle Onsernone, Encyclopedie in het bos’. Sommige hebben ook nog een onderkop. De verschillende onderdelen en verhalen worden van elkaar gescheiden door een zwarte bladzijde die van dikker papier is dan de pagina’s met tekst. Schalansky neemt het herinneren serieus, is de boodschap van dit door Meridiaan prachtig uitgegeven en zorgvuldig door Goverdien Hauth-Grubben vertaalde boek.

Het gaat in Schalansky’s vijfde boek niet alleen om feiten. De auteur doet ook een beroep op de verbeelding van de lezer. De verhalen gaan namelijk niet altijd direct over wat verdwenen is. Neem ‘Manhattan, Der Knabe in Blau’. Verdwenen is de film Der Knabe in Blau, de eerste film van Friedrich Wilhelm Murnau uit het jaar 1919. Het bijbehorende verhaal is een in razend tempo afgestoken innerlijke monoloog van Greta Garbo die in 1952 snipverkouden door Manhattan loopt terwijl haar gedachten duizend kanten opschieten. Schalansky speelt met Garbo’s taal en seksuele en genderidentiteit. Ze laat de Amerikaans-Zweedse actrice zich in Duitse spreektaal uit een lexicon uit de jaren zestig van de vorige eeuw uitdrukken: Blusenschönheit (vertaald als ‘type grote boezem’), Seidenhase (‘bunny’ in het Nederlands, een geweldige vondst van vertaalster Goverdien Hauth-Grubben), fingerfasernackt (‘splinternaakt). De androgyne Garbo, die zich terugdenkend aan haar jeugd identificeert als ‘kleine jongen’, fantaseert over een verfilming van Het portret van Dorian Gray van Oscar Wilde met Marilyn Monroe ‘splinternaakt’ in de rol van de actrice Sybil Vane en zijzelf als Dorian. ‘De perfecte rol voor een comeback,’ aldus Garbo. En wie zou die film beter kunnen maken dan de regisseur Berger, die ‘zo dood als een pier’ is. De verdwenen wereld waar Garbo in haar hoofd over raaskalt, past perfect bij de verdwenen film Murnau.

Kenmerkend voor Inventaris van enkele verliezen zijn onwaarschijnlijke schatten uit het verleden die echt hebben bestaan, zoals het in verschillende talen geïndexeerde en beschreven bos van de Zwitser Armand Schulthess (1901-1972). Schulthess voorzag zijn bos van informatieborden en bouwde in zijn huis een uitgebreide bibliotheek met kennis over geologie, paleontologie en atoomfysica op die qua methodologie en indeling doet denken aan het kaartsysteem van Maarten Koning uit Het Bureau. Na Schulthess’ overlijden – hij werd dood in zijn geliefde tuin gevonden – verbrandde de familie de bibliotheek en liet het bos met de grond gelijk maken. Er zijn nog een paar informatieborden en door Schulthess zelfgemaakte boeken over. Ook fantastisch is het verhaal over de verdwenen selenografieën (maantekeningen) van Kinau. De geschiedenis is extra spannend omdat Kinau weliswaar een gewaardeerde maantopograaf was, maar inmiddels onduidelijk is om welke Kinau het gaat. De tekenaar C.A. Kinau bestaat niet. Inmiddels worden de tekeningen, die in het in de Tweede Wereldoorlog geheel vernietigde tijdschrift Sirius werden gepubliceerd, toegeschreven aan Gottfried Adolf Kinau (1814-1888), dominee en amateursterrenkundige uit Suhl. De maankrater Kinau, die z’n 4 miljard jaar oud is, is naar hem vernoemd. Het bijbehorende dystopische verhaal, waarin verschillende tijdlagen door elkaar lopen, gaat over de toestand van de wereld na de inslag van komeet Alsem, die al in het bijbelboek Openbaring voorkwam. De ik-verteller, een botanicus die als rentmeester op het landgoed van vorst Johann Adolf zu Schwarzenberg werkt, wordt na de komeetinslag, die een derde van de mensheid en alle computerkracht vernietigt, analoog maantekenaar. Hij raakt in de ban van krater Tycho. Tycho wordt voor hem wat Cicero, Seneca en Vergilius voor Petrarca waren. Zijn maanzucht gaat zo ver dat hij zelf zijn intrek op de maan neemt.

Schalansky’s belangstelling voor het zorgvuldig boekstaven van de geschiedenis van verdwenen atollen, gedichten, bossen, gesloopte gebouwen en uitgestorven dieren komt niet uit de lucht vallen. Ze is de uitgeefster van de reeks Naturkunden van Matthes & Seitz in Berlijn. In de serie zijn monografieën over bijvoorbeeld het hert en de pad verschenen en vertalingen van boeken over de natuur van buitenlandse auteurs. Dierentaal van Eva Meijer en Wieren van Miek Zwamborn maken deel uit van de Naturkunden-reeks. Elk boek is een bibliografisch juweel. Angst voor de dominantie van het e-book en het uiteindelijke uitsterven van het papieren boek, is wat haar drijft, vertelt Schalansky in een interview. Laten we hopen dat Schalansky’s verzet nog vele mooie boeken oplevert.

Marie-José Klaver

Judith Schalansky – Inventaris van enkele verliezen. Vertaald uit het Duits door Goverdien Hauth-Grubben. Meridiaan, Amersfoort. 252 blz. € 26,99.