De zwakte van Proust

Het komt niet elke dag voor dat een schrijver verliefd op je wordt. De zestienjarige Vincent overkomt het wel; de schrijver is Marcel Proust. Dat is het uitgangspunt voor de debuutroman Bij afwezigheid van mannen van de Franse schrijver Philippe Besson. Een liefde waarvan de naam een eeuw geleden niet genoemd mocht worden.

De eerste wereldoorlog is in volle gang en in Parijs is ondanks alle oorlogstumult de saloncultuur in ere gebleven. Dat is de natuurlijke omgeving van de Franse schrijver, voor zover hij tenminste niet ziekelijk te bed lag. Ook Vincent treedt behoedzaam toe tot die wereld. Een platonische liefde ontstaat tussen de twee mannen. De ouders van Vincent zijn trots op deze bijzondere vriendschap. Bijna tegelijkertijd komt de zoon van de huishoudster terug van het front. Die is ook verliefd op Vincent. Binnen een week leert Vincent alle geneugten van de lichamelijke liefde kennen. De ouders zijn vooral bezorgd dat Vincent omgaat met iemand uit een lagere klasse.

Besson laat in deze ietwat onwerkelijke geschiedenis die beide vormen van liefde naast elkaar staan, zonder ze als directe opposities neer te zetten. De nuffige, vergeestelijkte Proust staat naast de aardse, mannelijke soldaat Arthur. Vincent probeert tussen die twee zijn oprechtheid behouden. Natuurlijk voorvoel je dat het geluk niet kan duren. Arthur gaat terug naar het front en ja hoor, hij sneuvelt. In het derde en laatste gedeelte van de roman is vooral de moeder van Arthur aan het woord. Haar smartelijke relaas geeft een verrassende wending aan het gehele verhaal.

Bij afwezigheid van mannen laat op een mooie manier zien hoe homoseksualiteit binnen één generatie anders beleefd kan worden. Proust is nog bang voor de lichamelijke liefde, terwijl Vincent al opener van zijn liefde voor Arthur wil getuigen. In die zin is de roman geslaagd als tijdsbeeld. De stijl is echter nogal gekunsteld. Bijna ieder personage denkt en spreekt op dezelfde verheven toon. Van Proust mag je dat verwachten, maar van de huishoudster toch iets minder. Ook al is ze van goede komaf, zou ze werkelijk zeggen: ‘Ons snelle liefdesspel en zijn bekentenissen gaven me in elk geval het gevoel van een blijvende bezoedeling.’ De brieven van Arthur uit de loopgraven bezorgen je datzelfde ongemakkelijke gevoel. Toch schreef Besson een opvallend debuut dat naar meer smaakt.

Coen Peppelenbos

Philippe Besson – Bij afwezigheid van mannen. Vertaald door Théo Buckinx. Ambo, Amsterdam, 176 blz.

Deze recensie verscheen eerder in de Leeuwarder Courant op 24 januari 2003.