Longlist Booker Prize

Ze heeft met haar romans al heel veel prijzen gewonnen, zoals de National Book Award in 1985 en de Pulitzer Prize in 1989, en nu is Anne Tyler met Een rooie aan de kant van de weg genomineerd op de longlist van de Booker Prize. Een grande dame, deze Tyler, die in 1982 internationaal doorbrak met Het heimweerestaurant. Een rooie aan de kant van de weg is alweer zo ongeveer haar 23e roman. En het is een mooie, kleine roman. Het boek volgt een aantal dagen uit het leven van Micah Mortimer, die een kelderetage bewoont in Baltimore, Maryland – daar waar het gros van Tylers roman zich afspelen. Een onooglijk souterrain, maar dat weet Micah zelf ook:

Micah kreeg het gevoel dat het souterrain iets over hem onthulde. Zijn doelloosheid en verveling waren bespeurbaar als een resterende kooklucht.

Micah is een goedmoedige veertiger, die weinig eisen aan het leven stelt. Hij vindt zo’n beetje alles goed, is graag in zijn eentje en heeft zijn kleine leventje op orde. Voor zijn levensonderhoud is hij huismeester in het appartementscomplex waarin hij woont en heeft hij een klein bedrijfje in computerhulp aan huis. De telefoondialogen en de fysieke gesprekken met zijn klanten zijn hilarisch – maar toch ook beschreven met een droevige ondertoon. Hier, maar niet alleen hier, etaleert Tyler haar inzicht in de intermenselijke verhoudingen en haar brille die te beschrijven. Een rooie aan de kant van de weg lees je met een glimlach op je gezicht, maar dan een van ontroering.

Een relatie onderhouden is ook zeker niet gemakkelijk voor Micah. Zijn latrelatie met Cass is moeizaam, maar herkenbaar:

Cass en hij waren nu een jaar of drie samen en het stadium was aangebroken waarin alles zo’n beetje was gestold. – compromissen gesloten, verschillen aanvaard, eigenaardigheden voor lief genomen. Ze hadden het zogezegd gesystematiseerd.

Die relatie lijkt zijn langste tijd gehad te hebben: Cass maakt het om een futiele reden uit. Dan introduceert Tyler Brink, een achttienjarige puberjongen die Micah voor zijn huis staat op te wachten. Hij vertelt dat hij de zoon is van Lorna Bartell – en zij was ooit Micahs grote jeugdliefde, die overigens een beetje treurig tot een halt kwam. Uiteraard door Micahs lethargische gedrag. Deze Brink, wetend dat zijn vader niet zijn echte vader is, beweert dat hij Micahs zoon is. Dit voelde de lezer natuurlijk al aankomen, maar de schrijfster gaat hier niet in mee: Lorna en Micah hebben het nooit met elkaar gedaan.

Met verwarring en misverstand weet Anne Tyler wel raad. De jonge Brink gaat boos weg, maar blijkt dan ook te zijn weggelopen van huis. Micah en Lorna hebben weer een ontmoeting en ook deze wordt door Tyler machtig mooi uitgevent. En o ja, tussen Micah en Cass komt het ook weer zeg maar goed. Ondertussen heeft de Anne Tyler de lezer meegenomen in een diep menselijk verhaal, dat zomaar bij iedereen om de hoek kan gebeuren. Zoals gezegd, het is een kleine roman, maar een van grote waarheden. Maar is dat genoeg om de Booker Prize te winnen?

Wiebren Rijkeboer

Anne Tyler – Een rooie aan de kant van de weg. Vertaald door Peter Abelsen. Prometheus, Amsterdam. 206 blz. € 19,99