Tegen de tirannie van de authenticiteit

E.T.A. Hoffmann (1776-1822) was een veelzijdig man. Naast schrijver was Hoffmann ook jurist, componist, kapelmeester, muziekcriticus en tekenaar. Hij doorbrak de literaire conventies van zijn tijd door bijvoorbeeld zijn personages op een metafictionele manier met elkaar te laten praten over verschillende verhaallijnen en vertelperspectieven. Daarnaast was hij een meester in spanning opbouwen. De literaire vernieuwer heeft invloed gehad op schrijvers als Victor Hugo, Edgar Allan Poe, Dostojevski en Belcampo.

Hoffmann was een vertegenwoordiger van de zwarte Romantiek. Het wemelt in zijn werk van de duivels, dubbelgangers, duistere nachten, levende automaten, metamorfoses en mysterieuze alchemisten. Volgens Freud was Hoffmann de ‘ongeëvenaarde meester van het Umheimliche in de literatuur’. Op Duitse scholen was het werk van Hoffmann lang verboden omdat het vanwege de vele duivels en spookachtige gestalten die de verhalen bevolken ongeschikt werd geacht voor minderjarige lezers. Vanwege het verbod hadden Hoffmanns verhalen op veel jeugdige lezers juist een grote aantrekkingskracht. Thomas Mann en Walter Benjamin lazen Hoffmanns werk al op jonge leeftijd en waren grote liefhebbers.

Rüdiger Safranski’s biografie E.T.A. Hoffmann. Het leven van een sceptische fantast biedt een grondige en goed gedocumenteerde inleiding in het leven en werk van de Duitse schrijver. Ook de onbekendere Hoffmann, de componist en musicus, wordt uitgebreid belicht. Safranski schildert ook een prachtig portret van het rijke culturele leven in Konigsbergen, de Oost-Pruisische stad waar Hoffmann geboren wordt, naar school gaat en studeert. In Hoffmanns jeugd wordt dankzij de Sturm und Drang het lezen steeds populairder. In Koningsbergen zijn tal van uitgeverijen, bibliotheken en boekwinkels. Nu moeilijk voor te stellen, maar niet iedereen was toen blij met de boekenverslindende jeugd. Het lezen van romans werd door sommige machthebbers gezien als suspect tijdverdrijf dat jongeren en vrouwen in aanraking bracht met fantasiewerelden die afweken van de heersende moraal.

Hoffmann hield meer van de muziek dan van de literatuur, maar was succesvoller als schrijver dan als componist en dirigent. Hij schreef snel, meestal zonder zijn werk te corrigeren. ‘De weg van het verzinnen naar het schrijven was ongeveer even kort als naar het spreken’, aldus Safranski. Zijn verhalen zijn geschreven om verslonden te worden, en dat deden de lezers ook. Hij profiteerde van de grote vraag naar nieuwe boeken. Zijn debuut Ritter Gluck (1809) was meteen een groot succes. Tussen 1817 en 1822 had hij een productie van een paar honderd gedrukte pagina’s per jaar. In die tijd verschenen onder meer Die Elixiere des Teufels, Nachtstücke, Die Serapions-Brüder, Prinzessin Brambilla, Lebens-Ansichten des Katers Murr en Meister Floh. Alles wat Hoffmann schreef, vond gretig aftrek en hij werd goed betaald voor zijn werk. Zelfs op zijn ziekbed bleef Hoffmann productief. Toen hij in 1822 door een verlammingsziekte niet meer kon schrijven, dicteerde hij nog een verweerschrift vanwege het proces tegen de politieke satire Meister Floh, een anekdote, twee korte verhalen en het slot van Meister Floh.

Kenmerkend voor Hoffmann is volgens Safranski zijn verzet tegen de ‘tirannie van de authenticiteit’. Hij kon niet tegen ‘te veel werkelijkheid’. Dat betekent niet dat zijn werk alleen maar fantastische, verzonnen elementen bevat. Hoffmann baseerde zich ook op historische figuren als de componist Christoph Willibald Gluck en levende leiders als Napoleon. Napoleon, die er in 1806 voor zorgde dat Hoffmann – net als alle andere Pruisische ambtenaren – zijn baan kwijtraakte, figureert in de verhalen ‘Der Magnetiseur’ en ‘Die Vision auf dem Schlachtfelde bei Dresden’, beide in 1813 geschreven.

Meister Floh (1822) is een politieke satire op de vervolging van ‘demagogen’, vooral intellectuelen, studenten, literatoren en artsen, die zich tegen het politiek-restauratieve klimaat in Duitsland keren. Als rechter was Hoffmann in 1819 belast met onderzoeken naar de netwerken en denkwijze van de demagogen, als schrijver maakte hij de Pruisische politiechef en latere minister van Justitie Karl Albert von Kamptz belachelijk, die zogeheten staatsgevaarlijke elementen liet vervolgen wegens notities in hun dagboek en het gebruik van woorden als ‘vrijheid’. Von Kamptz heeft model gestaan voor het personage Knarrpanti, een kleingeestige politiespion die alle vormen van denken gevaarlijk vindt. Hoffmann werd kort voor zijn dood zelf vervolgd omdat hij het ambtsgeheim zou hebben geschonden en de Pruisische koning zou hebben beledigd. Het manuscript van Meister Floh, waarin overigens de Nederlandse microscooppioniers Antoni van Leeuwenhoek en Jan Swammerdam een belangrijke bijrol spelen, werd bij de uitgever in beslag genomen. Om een publicatieverbod te vermijden, verscheen in 1822 een gecensureerde versie. Pas in 1906 verscheen de originele, ongecensureerde versie van Meister Floh.


Wie het werk van Hoffmann nog niet (goed) kent, moet eigenlijk stoppen met lezen op bladzijde 344 waar Safranski’s uitgebreide verteltechnische analyses van Hoffmanns romans en verhalen beginnen. Safranski ontrafelt heel precies hoe Hoffmann spanning opbouwt in zijn werk en welke procedés hij gebruikt om bijvoorbeeld een personage met duivelse krachten geloofwaardig over te laten komen. Het is een knap staaltje duidingswerk wat Safranski daar levert, maar het werkt ook onttoverend. Het is leuker om onbekommerd kennis te maken met Hoffmanns fantastische vertellingen en romans en je te laten overrompelen door de spanning en verrassende wendingen. In het Nederlands zijn twee geweldige boeken van Hoffmann verkrijgbaar: Klaas Vaak en andere verhalen (uitgegeven door Athenaeum-Polak & Van Gennep) en Leven en opvattingen van Kater Murr (L.J. Veen Klassiek).

Safranski is een eminent biograaf. E.T.A. Hoffmann. Het leven van een sceptische fantast was zijn biografiedebuut. Hij schreef ook de biografieën van Goethe, Schiller, Hölderlin, Schopenhauer, Nietzsche en Heidegger. Zijn Hoffmann-biografie schreef Safranski al in 1984, maar ze verscheen pas in 2019 in een Nederlandse vertaling. E.T.A. Hoffmann. Het leven van een sceptische fantast is een prachtige biografie, maar de Hoffmann-Forschung heeft de afgelopen 35 jaar niet stilgezeten. Er is de afgelopen jaren bijvoorbeeld meer onderzoek gedaan naar één van de meest fascinerende aspecten van Hoffmanns werk: de levende automaten die zowel personages als lezers steeds op het verkeerde been zetten. Op het E.T.A. Hoffmann-Portal van de Duitse Staatsbibliothek is een deel van dat onderzoek gepubliceerd. Meer is te vinden in
E.T.A. Hoffmann. Leben – Werk – Wirkung (2009) van Detlef Kremer.

Marie-José Klaver

Rüdiger Safranski – E.T.A. Hoffmann. Het leven van een sceptische fantast. Uit het Duits vertaald door Mark Wildschut. Atlas Contact, Amsterdam. 461 blz. € 34,99.

Afbeelding: Door E.T.A. Hoffmann getekende karikatuur van burgermilitairen in Bamberg. Staatsbibliothek Bamberg CC-BY-SA 4.0 https://www.staatsbibliothek-bamberg.de/historische-sammlungen/e-t-a-hoffmann