En eeuwig zingen de bossen

Het is altijd oppassen als je een verhaal over een schrijver leest en dat is in Smeulende vuren, brandend hout van Max Niematz niet anders. Je denkt eerst nog dat de schrijver Douglas Seefaert een beetje een mislukte schrijver is. Hij woont nog thuis bij zijn ouders terwijl hij net als zijn succesvollere broers Jefferson en Phill al lang het huis uit had moeten zijn. Maar hij zit maar thuis de tijd weg te denken, bezoekt regelmatig een literaire club waarbij hij zelf ook meedraait. Dat levert af en toe komische terzijdes op over de literaire wereld. Zoals in een gesprek tussen Douglas en zijn broer Jefferson:

‘Straks ga je nog op slechte kritieken kankeren. Een beetje schrijver doet dat toch?’
‘Klopt. Ik ook. Maar als het erop aankomt, sta ik niet tegenover, maar áchter de criticus. Ik lees over zijn schouder mee. Regelmatig vraag ik me in stille verbijstering af: wat zou de schrijver hier in godsnaam mee bedoelen?’

Douglas is het buitenbeentje in de familie Seefaert waar het allemaal om de bosbouw draait. De roman speelt zich af in het zuiden, tegen Vlaanderen aan en op de domeinen van de familie draait het vooral om uitdunnen en aanplanten. En juist daarover schrijft Douglas een kroniek.

De eerste honderd bladzijden vraag je je wel een beetje af waar het verhaal naartoe gaat. De literaire club verandert langzamerhand in een spirituele gemeenschap nadat een Vlaamse vriend van Douglas het licht gezien heeft en als een goeroe de literaire club bestookt met zijn religieuze teksten en boetedoening binnen de eigen geledingen tot grote hoogte opvoert. Douglas keert zich van de groep af, maar zijn broer Jefferson komt onder de invloed van de raaskallende voorman. De enige vriend die voor Douglas overblijft is Roepert Haveland, een jonge lezer en kenner van zijn werk die niet alleen een bewonderaar is maar ook snoeihard commentaar levert op het werk en het leven van de schrijver.

Je krijgt pas gaandeweg door dat het verhaal dat Douglas over zijn familie en vrienden vertelt wel heel erg gestuurd is. Personages en verhaallijnen (bijvoorbeeld over de religieuze beweging) verdwijnen plotsklaps. De vertelling kan ook zomaar een tijdsprong nemen van weken of maanden, zelfs jaren. Je blijft in het hoofd van Douglas zitten (die malende gedachten doen een beetje denken aan de hoofdpersonen bij Wessel te Gussinklo) en langzamerhand kom je erachter dat we wel met een erg onbetrouwbare verteller te maken hebben. De ietwat sukkelige schrijver die in het leven en de liefde mislukt is, denkt als auteur dat hij steeds de macht in handen heeft over de gedachten en levens om hem heen. Sterker nog: de realiteit en de fictieve werkelijkheid van zijn kroniek gaan steeds meer door elkaar lopen.

Hoe kun je als schrijver én een personage zijn én de bron van verbeelding waaruit dat personage voortkomt? Hoe tegelijk waarnemer en waargenomene zijn?

Bij Max Niematz kan dat en dat heeft desastreuze gevolgen voor de familie nadat vader Seefaert met de kwestie van zijn eigen opvolging een broedertwist veroorzaakt. Smeulende vuren, brandend hout komt wat traag op gang, maar eindigt in literair vuurwerk.

Coen Peppelenbos

Max Niematz – Smeulende vuren, brandend hout. IJzer, Utrecht. 286 blz. € 21,50.

Deze recensie verscheen, in een iets kortere versie, eerder in de Leeuwarder Courant en het Dagblad van het Noorden op 13 november 2020.