Bevrijding onder huisarrest

Aan het einde van dit coronajaar zijn we bijna vergeten hoe het jaar begon. Er was inderdaad een uitbraak van een nieuwe ziekte in China. Het virus dat die ziekte veroorzaakte was waarschijnlijk ook in wintersportgebieden aan een snelle verspreiding begonnen, maar er was nog geen paniek. Uit Groningen vertrokken nog vrolijk Vindicatstudenten naar Noord-Italië. Die maakten en maken zich nooit druk om een ander. Toen binnen enkele weken bleek dat het geen onschuldig griepje betrof maar een dodelijk virus waar we bijna niets tegen konden doen, sloeg de paniek toe.

Ilja Leonard Pfeijffer hield in NRC Handelsblad en De Standaard een dagelijkse rubriek bij waarin hij beschreef hoe hij de quarantaine in zijn woonplaats Genua beleefde. Wie Quarantaine, Dagboek in tijden van besmetting leest, herinnert zich niet alleen die begindagen, maar ziet ook het contrast met de situatie in Nederland. De winkels zijn dicht, iedereen draagt een mondkapje, op straat word je door de politie in de gaten gehouden. Het duurde in Nederland nog maanden voordat men massaal mondkapjes ging dragen.

De stijl van Pfeijffer in deze dagboeknotities is vrij sec. In het begin komt er nog weleens vette beeldspraak langs (‘De terrastafeltjes lagen als dode insecten op hun rug. De gesloten parasols bungelden aan hun ophanging als lijkzakken.’) maar die verdwijnt gaandeweg het boek als de situatie verslechtert en ook de familie van Pfeijffers geliefde, Stella, getroffen wordt door de gevolgen van covid-19. Het dagelijkse leven wordt teruggebracht tot boodschappen doen en het nieuws volgen. Grote projecten, Pfeijffer zou met Stella verhuizen, worden enorm bemoeilijkt door de quarantaine.

Deze slanke uitgave in de reeks Privé-domein kun je haast als een spiegelbeeld lezen van de dikke roman Grand Hotel Europa waarin de vernietigende gevolgen van het massatoerisme aan de kaak werd gesteld. Dit is non-fictie van een paar jaar later en de straten zijn verlaten, de terrassen leeg en de toeristische trekpleisters gesloten. Pfeijffer verlangt naar die andere wereld.

Ik zou er veel voor overhebben om weer te mogen spelen met mijn pen op een gonzend terras, in plaats van haar plichtsgetrouw in dienst te stellen van de noodzaak om over al deze eentonige ellende op te schrijven hoe het echt is.

Toch levert die kopieerkunst van het dagelijkse leven in Genua wel veel op. Omdat een goede schrijver deze situatie boekstaaft, weten we later beter hoe het was dan uit de nieuwsberichten uit dezelfde krant.

Los van het onderwerp kun je ook nog steeds genieten van de zinnen van Pfeijffer die ook in de kleine ruimte goed blijft formuleren al is de ironie af en toe sarcasme geworden.

‘Het is wrang om de bevrijding onder huisarrest te moeten vieren.’

‘In onze quarantaine, die een uitgekiend beheer van voorraden vergt, is een defecte koelkast een serieus probleem.’

‘Een vrouw van onbestemde leeftijd kwam aan ons tafeltje staan. Ze had een uiterlijk dat men kan ruiken.’

Gelukkig komt er ook weer een einde aan de quarantaine. Daarna volgde er een zomer waarin iedereen weer ging reizen. Het boek kwam uit op een moment dat Nederland opnieuw in een lockdown ging. Door dit boek weet je weer waarom.

Coen Peppelenbos

Ilja Leonard Pfeijffer – Quarantaine, Dagboek in tijden van besmetting. De Arbeiderspers, Amsterdam. 228 blz. € 22,50.

(Foto’s via Instagrampagina van Ilja Leonard Pfeijffer)