Politieke steekspellen en een longinhoud van 42 kilometer

Er zijn Olympisch kampioenen en Olympisch kampioenen, appels en peren: een biatleet is niet te vergelijken met een shorttracker en een hoogspringer niet met een allround zwemmer, hoe succesvol ze ook zijn. Recordhouder Marit Björgen won tot nu toe 15 Olympische medailles op het onderdeel langlaufen, maar weinig mensen zullen haar naam kennen. Marianne Timmer, Alberto Tomba en Eric Heiden zijn al een stuk bekender. Gaan we verder terug in de tijd, dan worden de namen om één of andere reden legendarischer: Ard Schenk, Fanny Blankers-Koen en de Tsjech Emil Zátopek.

De hardloper Zátopek won drie gouden medailles op de Olympische Zomerspelen van 1952 in Helsinki: op de 5.000 meter, de 10.000 meter én de marathon. Vooral hoe hij vrijwel onvoorbereid de 42 kilometer en 195 meter op zijn naam schreef, is even legendarisch als onnavolgbaar. Hij deed het erbij, omdat hij dacht ‘het te snappen’. In de graphic novel Zátopek, met het curieuze onderschrift ‘When you can’t keep going, go faster’, wordt het succes van deze excentriekeling uit de doeken gedaan.

Wie 1952 en Tsjechoslowakije bij elkaar optelt, ziet onder welke omstandigheden Zátopek groot is geworden. Nadat bij de jonge Emil was ontdekt dat hij aanleg had voor hardlopen, met name door een focus op ademhaling en onconventionele trainingsmethoden, werd hij al spoedig in het leger ‘opgenomen’. Hij kon weinig anders: daar waren alle faciliteiten en alleen daar kon men hem trainen en kneden tot een topatleet. En een communistische modelburger, uiteraard. Als Zátopek aangeeft dat hij dat niet per se wil, blijkt ineens waartoe het regime in staat is.

Lang verhaal kort, Emil Zátopek verruilt zijn burgerkloffie voor een uniform en wordt ingezet als uithangbord van de communistische heilstaat. Alleen: daar heeft hij helemaal geen boodschap aan. Zijn onaangepaste gedrag is de machthebbers een doorn in het oog. Tegelijk is hij hun enige kans op succes. Tsjechoslowakije maakte nooit eerder kans op Olympisch goud.

Het verhaal wordt zelfs ronduit spannend als Zátopek eist dat zijn trainingsmaatje en goede vriend Stanislav Jungwirth ook wordt uitgezonden naar de Spelen van Helsinki. Die mag namelijk niet mee, vanwege ‘subversieve politieke belangstelling’. Zátopek speelt hoog spel maar laat de machthebbers geen keuze.

Zátopek is een fraaie biopic van een interessante vogel die ondanks de tijdsgeest en de omstandigheden in het voormalige Oostblok zijn eigen plan trekt. Het sportieve gedeelte is mooi uitgewerkt, maar het politieke spel is vele malen interessanter. Tekenaar Jaromir 99 (niet zijn geboortejaar, geen idee wat wel) heeft een typische, traditionele lijnvoering die teruggrijpt op de toenmalige Oostblokcultuur. Het is bonkig, met veel plooien en in een duo-toon kleurstelling: alles in in roodbruin en lichtblauw. De figuren lijken zo uit Russische muurreliëfs afkomstig.

Het enige dat af en toe wringt is de Engelse vertaling. Tsjechoslowaakse officials die de internationale pers te woord staan, praten in steenkolenengels; veel zinnen klinken onnatuurlijk en gesprekken lijken door een vertaalcomputer gehaald. Nu zal dat misschien de charme van het toenmalige Oost-Europa willen uitbeelden, het werkt niet. Je kunt eroverheen lezen, maar het kost een punt.

Zátopek is een mooi inkijkje in de Oost-Europese wereld van ooit. Het sportieve sausje dat over deze biopic is gegoten is voldoende, de spanning of Zátopek de race gaat winnen is er immers niet. Dat hij een aparte was, redt dit verhaal.

Stefan Nieuwenhuis

Jan Novak & Jaromir 99 – Zátopek. Self Made Hero. 200 blz. hardcover. € 25,95.