Abdelkader Benali trekt zich terug als spreker tijdens de herdenkingsbijeenkomst in de Nieuwe Kerk op 4 mei. Op zijn Facebook-account zegt hij:

De afgelopen 24 uur waren een heksenketel van emoties. Ik heb met de vertegenwoordigers van de Joodse gemeenschappen gesproken. Goede en pittige gesprekken. De twijfel is echter gebleven. Dan rest me niks anders dan me terug te trekken. Helaas. Ik had graag die verbindende factor geweest op die dag. Er is bij mij ook opluchting dat deze knoop is doorgehakt door mij. Ik kan weer ademen. De afgelopen 24 uur voelde me ik gegijzeld door aantijgingen, verdachtmakingen en hetze. Waarvoor ik werd uitgemaakt, dat ben ik niet. Maar polarisatie, haat en onwetendheid op de sociale media is heel krachtig en sterk. En dicteert het debat. Gelukkig heb ik mijn schrijverschap. Mijn uitgever komt ook nog met een persbericht want mijn lezing zal wel gewoon gepubliceerd gaan worden.
Ik wens jullie allemaal op Wereldknuffeldag veel wijsheid, liefde en geluk en ook veel knuffels natuurlijk. Mazzel en broche! Salaam! Tinnamirt!

En op zijn Twitter-account:

Ik trek me terug. Helaas, maar het is niet anders. Er mag op dat podium geen seconde twijfel zijn.

Benali kwam onder vuur te liggen door uitlatingen die hij in vijftien jaar geleden heeft gedaan tegen oorlogsverslaggever Harald Doornbos, tijdens een borrel. In 2010 haalde Doornbos de uitspraken (over Amsterdam-Zuid) aan in een column in HP / De Tijd:

Jemig, daar blijkt het vol te zitten met Joden. En het vervelendste is: het zijn zo veel Joden. Amsterdamse Joden. Je voelt je als Marokkaan nauwelijks op je gemak. Het lijkt Israël wel. Heel irritant allemaal. Zoveel Joden, dat voelt gewoon gek aan.

Op verzoek van Benali is deze column in 2012 van internet verwijderd, maar de schrijver wordt nog altijd door zijn uitspraken achtervolgd en bij gelegenheid uitgemaakt voor antisemiet en Jodenhater. Harald Doornbos schrijft vandaag op Twitter dat hij zijn ‘excuses aan [Benali heeft] aangeboden dat ik het artikeltje ooit heb geschreven.’

In Het Parool van vandaag zegt Benali:

Die uitspraken heb ik gedaan. Maar je moet het in de sfeer zien waarin we zaten. Er was oorlog, er waren bombardementen en we lagen op de grond. Ik dronk een wijntje en we bliezen stoom af tijdens die borrel. Ik zei het in een dronken bui. Het was zwarte humor, ironie en meligheid, achteraf gezien misplaatst. […] Ik begrijp dat Joden zich storen aan die uitspraken als je de omstandigheden niet kent. Maar ik meen het niet. Ik neem er afstand van, het is niet letterlijk bedoeld. Ik heb ook Joodse vrienden en ik interview Joodse schrijvers.

‘Op 4 mei komen we bij elkaar om te herdenken en de discussie rond mijn uitlatingen mag mensen daarbij niet hinderen. Daarom heb ik besloten dat het beter is als een ander de lezing houdt,’ aldus Benali in het persbericht van het Nationaal Comité 4 en 5 mei. Zijn lezing verschijnt nu op 4 mei bij zijn vaste uitgever De Arbeiderspers in boekvorm onder de titel De stilte van de ander.

Het Nationaal Comité had Benali uitgenodigd omdat hij tijdens diverse andere herdenkingen en gelegenheden stilstond bij de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog. “Bij die gelegenheden werd hij juist geroemd om zijn inlevingsvermogen. Hij heeft zich daarbij altijd zeer begaan getoond met de oorlogsslachtoffers.” De organisator van de 4 mei-lezing begrijpt en respecteert zijn keuze en betreurt de onrust die ontstond in Joodse kringen en op sociale media nadat op maandag bekend werd dat Benali was gevraagd voor de voordracht.

In voorgaande jaren werd de 4 mei-voordracht gehouden door (selectie): Arnon Grunberg, Diederik van Vleuten, Daan Heerma van Voss, Annejet van der Zijl, Hella de Jonge, Ian Buruma, Jan Terlouw, Wim de Bie, Marga Minco, Nelleke Noordervliet, Remco Campert, Adriaan van Dis, Jeroen Brouwers. De traditie begon in 1992 met een lezing door Harry Mulisch.