De mens als speelbal en roerganger van de geschiedenis

We zullen er geen doekjes om winden: het is onmogelijk om in dit kleine bestek recht te doen aan het levenswerk van Uwe Johnson (1934-1984). Ook al wordt zijn werk in Duitsland bijzonder hoog aangeslagen, toch is het alleen al door de omvang niet geheel verwonderlijk dat het een tijdje heeft geduurd voordat een Nederlandse uitgever het risico durfde te nemen om de Nederlandse vertaling van Johnsons tussen 1970 en 1983 gepubliceerde Jahrestage op de markt te brengen. Zelfs in dundruk weegt Een jaar uit het leven van Gesine Cresspahl een ton: met zijn zestienhonderd bladzijden is het niet bepaald een pocketje geworden.

Je moet er dus wel wat tijd en moeite voor over hebben; een avondklok komt zelfs als geroepen voor wie dit boek wil lezen. En toch is dat een inspanning die loont, want zelden ligt de lat zo hoog als voor wat weleens de Duitse Ulysses wordt genoemd, al laat Johnson zich eigenlijk beter vergelijken met Proust dan met Joyce in zijn poging om een soort allesomvattende kathedraalroman te schrijven.

Als we een heel beknopt overzicht van Een jaar uit het leven van Gesine Cresspahl maken, kunnen we het omschrijven als een nauwgezet verslag van – u raadde het al – een jaar (meer bepaald augustus 1967 tot augustus 1968) uit het leven van de hoofdrolspeelster, een naar de Verenigde Staten geëmigreerde Duitse die in 1933 het levenslicht zag in Jerichow, een fictief dorp in het noorden van Mecklenburg. Een aanzienlijk deel van het boek speelt zich af in New York, waar Gesine met haar tienjarige dochter Marie woont, in een niet bepaald idyllische omgeving:

De Harlem River onder de George Washington-brug was omgeven door vuil, afval, schroot en industrie; ook de noordelijke gebieden van New York City lagen er nog verschrikkelijk bij, puin tussen vervallen loodsen onder de elegante, hooggelegen snelwegen; tot slot kwamen oude tuinen met nog overlevende oude huizen in zicht, op dorpen lijkende opeenhopingen, nog niet begraven verleden, totdat ook deze verdwenen achter de schijn van landschap aan beide zijden van de Expressway, zachte lappen gazon boven de greppel langs de weg, ongeschonden boomgroepen aan de horizon, nutteloos en mooi onder de naar grijs neigende hemel.

Ze koopt daar trouw elke dag de New York Times en becommentarieert met haar dochter uitgebreid de actualiteit van die onstuimige periode. Het gaat met andere woorden over de Vietnamoorlog, de rassenrellen in Amerikaanse steden, de moord op Robert Kennedy in Los Angeles en op Martin Luther King in Memphis enzovoort. Als lezer bekijk je daardoor bijvoorbeeld de beelden van de bestorming van het Capitool anders, namelijk met het besef dat geweld eigenlijk sinds mensenheugenis de normale manier is om conflicten op te lossen in the land of the free, een land dat in de jaren zestig al diep gepolariseerd was. Ook mass shootings zijn trouwens allesbehalve recente fenomenen:

Gisteren ging een man, in de veertig, stevig gebouwd, met zwarte haren, wit onderhemd, zwarte broek, donkere sokken, de vrouwenafdeling van het openbaar toilet in Central Park bij 85th Street in en schoot daar op een vierentwintigjarig meisje, waarbij een kogel door haar achterhoofd via haar keel in haar borst drong, met de dood als gevolg. Daarna hees hij zich op het dak en schoot om zich heen, tamelijk rustig, maar willekeurig.

Cresspahls belevenissen in de Verenigde Staten zouden al volstaan voor een adembenemende roman, maar er is meer, veel meer. Gesine heeft immers een lange weg afgelegd en maakte meerdere historische dieptepunten van de woelige twintigste eeuw mee, te beginnen uiteraard met haar jeugd in nazi-Duitsland. Wie zich afvraagt of zestienhonderd bladzijden niet wat te veel van het goede is, kunnen we geruststellen: er zijn meerdere goede redenen waarom Johnson ruimschoots de tijd neemt, al was het maar om aan te tonen dat de nazificatie van Duitsland een relatief langzaam, geleidelijk proces was. De concentratiekampen stonden er uiteraard niet vanaf de eerste dag: fascisten bereidden geduldig de weg met haatcampagnes, leugens, desinformatie, zeg maar fake news in hedendaagse termen. En ze zijn ook nooit helemaal weg geweest: de schok van herkenning die Gesine voelt als ze antisemitische leuzen ziet in de New Yorkse metro of in de krant over naziprocessen leest, spreekt boekdelen. Want de geschiedenis herhaalt zich eeuwig. Zo verwijst de beschrijving van bombardementen op Noord-Vietnam ook terug naar de luchtaanvallen op Duitse steden in de Tweede Wereldoorlog:

Bommenwerpers van het type B-52 hebben bij zeven vluchten in slechts drie dagen 110 secundaire explosies teweeggebracht. Bij een aanval ten noordwesten van Con Thien veroorzaakten de bommen vierenveertig secundaire explosies en drie hevige branden die de hele omgeving in vuur en vlam zetten.

En er is nóg meer, want na die oorlog kwam de bezetting van Oost-Duitsland door de Sovjets, de stichting van de DDR en zo ook de teleurstelling over het socialisme. Ook de Praagse Lente werd in het turbulente jaar 1968 immers met veel geweld ode kop in gedrukt. Zo zouden we nog wel even kunnen doorgaan, maar in feite schetst Johnson de hele twintigste eeuw en toont hij hoe de grote geschiedenis en het persoonlijke samenkomen. Die complexe wisselwerking tussen macro- en microgeschiedenis is razend interessant, hij beschrijft eigenlijk hoe de mens tegelijk de speelbal van de historie is, zoals het cliché wil, maar ook de roerganger, hoe hij midden in de wereldgeschiedenis staat en gedwongen wordt tot keuzes om zich een houding aan te nemen ten aanzien van historische gebeurtenissen. Neutraliteit is een soort Zwitserse illusie, in werkelijkheid bestaat die optie niet in een mensenleven.

Om zijn krachttoer te verwezenlijken, bediende Johnson zich van een heleboel stijlmiddelen en registers, variërend tussen volkstaal en Platduits, filosofische passages, dialogen, lyrische passages en meer ingehouden, spaarzaam geschreven fragmenten enzovoort. Een jaar uit het leven van Gesine Cresspahl is uitgegroeid tot een mateloos ambitieus boek en echte wereldliteratuur.

Daan Pieters

Uwe Johnson – Een jaar uit het leven van Gesine Cresspahl. Uit het Duits vertaald door Marc Hoogma, met medewerking van Theo Veenhof. Van een nawoord voorzien door John Albert Jansen. Van Oorschot, Amsterdam. 1600 blz. € 85.