De traditionele rotzooimarkt was dit jaar gecomprimeerd tot één container verderop in de straat waarin de inboedel van een verkocht huis was gedeponeerd. Onze kinderen dolven er kleine juweeltjes uit op. Daaruit onderschepte ik een notitieboekje met ‘uitspraken van wijlen moeder’. Ik las: ‘beheimd’ (= stiekem),  ‘metselen’ (= drinken bij het eten), ‘een evaleens gezicht’ (= uitgestreken, nietszeggend), ‘hoffig’ (= gemelijk, nurks), enzovoort. Een moeder die ‘friezel’, ‘kazerig’ en ‘abaluimig’ zegt, dacht ik, dat moet een goede moeder zijn geweest.