In mijn – overigens weinig actieve – herinnering is Pinkeltje een gedrongen kaboutertje. En Pinkelotje, aldus deducerend, een klein blozend dikkerdje in amorfe bloemetjesjurk. Dat blijkt flink bezijden de waarheid. Ik lees mijn dochtertje voor uit De avonturen van Pinkelotje (eerste druk, 1967), en blijf al gauw hangen bij een tekening van Pinkelotje. Twee fraaie beentjes verdwijnen in een wulps rokje. Haar blonde krullen piepen levenslustig onder haar puntmutsje vandaan. Ik verspreek me een paar keer en denk, zo zo, die Pinkeltje…