Corona als amuse

Met de coronapandemie kwam het leven van dichter, schrijver en acteur Ramsey Nasr, net als voor velen van ons, plotseling tot stilstand. Kort na de afkondiging van de lockdown werd hij uitgenodigd om voor een videoproject in de lege zaal van de Amsterdamse stadschouwburg een episode voor te lezen uit de Decamerone, de beroemde veertiende-eeuwse raamvertelling over de pestepidemie in Florence. Giovanni Boccaccio schreef dit verhaal van tien vrienden die de door pest geteisterde stad hebben verlaten en met het vertellen van verhalen de tijd verdrijven totdat de situatie weer veilig is.

Daarna had Nasr door het stilvallen van de kunstwereld veel tijd om over het lot van de moderne mens na de denken. Zijn analyse stemt niet vrolijk. In twee korte essays en een lang essay beschrijft Ramsey Nasr wat er naar zijn ogen schort aan de huidige samenleving. Hij hekelt in De fundamenten de doorgeschoten marktwerking van het neoliberalisme dat leidt tot vernietiging van mens en milieu. ‘Een obsessie met winst, groei en rendement heeft onze fundamenten aangetast.’ De mensen zijn in dit systeem verworden tot vadsige koningen die hun bestaan als vanzelfsprekend beschouwen en hun verantwoordelijkheid ontlopen. De mens moet van zijn troon afdalen, meent Nasr, en zich realiseren dat hij geen uitzonderingspositie kan opeisen in het aardse ecosysteem. ‘Zo bijzonder zijn we niet.’

We zitten gevangen in de tredmolen van steeds meer, terwijl allerlei onderzoeken en enquêtes aangeven dat veel mensen best bereid zijn een stap terug te doen. Ze willen minder reizen, minder vlees eten, meer met klimaatverandering rekening houden. ‘De middenmoot wil inboeten op persoonlijk geluk en op persoonlijke vrijheid als dat ons allen uiteindelijk helpt.’

We staan op een keerpunt, meent Nasr, corona laat zien dat we zo niet verder kunnen. ‘Covid-19 is slechts een amuse. De geboorte van dit virus houdt rechtstreeks verband met de manier waarop wij met onze wereld omspringen.’ Als we nu niet het roer omgooien, verzaken we onze plicht. ‘Ook over u, over mij, zal de toekomst snoeihard oordelen. Voor al die zaken die ons verlammen zullen we ons ooit moeten verantwoorden.’ Zijn boodschap is radicaal en vergaand. Nasr roept zijn lezers op tot een opstand, tot een revolutie.

Wij moeten […] een revolutie beginnen die deels een terugkeer, deels een nieuwe stap in het onbekende behelst. Niet als de zoveelste utopie, maar als een laatste kans een wereld af te wenden waarin corona een grap was.

Nasr weet zijn ongenoegen over de moderne tijd gloedvol te verwoorden. Alles komt voorbij: complotdenkers, virusontkenners, de falende overheid, toenemende ongelijkheid, ons gebrek aan mededogen, klimaatverandering, de destructie van de aarde, de gruwelen van de intensieve veehouderij. ‘Massaal gefokt vlees zal over honderd jaar even moreel onhoudbaar zijn gebleken als slavernij.’ Zijn standpunten zijn sympathiek en getuige van een intens humanisme, zijn stijl is eloquent en zelfbewust. Zijn boodschap is echter niet nieuw, zijn analyse is niet verrassend. Hij vertelt het verhaal dat door veel verstandige mensen al zo vaak wordt verteld. Ik ben blij dat Nasr uitgebreid aandacht in de media krijgt, zijn boek veel lezers vindt en hoog in de boekentoptien staat, maar het is een hartenkreet die makkelijk weer verwaait. Zullen de mensen na lezing van zijn betoog in verzet komen? Of is De fundamenten de zoveelste steen in de vijver van onverschilligheid, die even wordt verstoord door concentrische rimpels in het water die vervolgens weer snel verdwijnen?

Aart Aarsbergen

Ramsey Nasr – De fundamenten. De Bezige Bij, Amsterdam. 144 blz. € 16,99.