Poreus Europa

Neodarwinisme leert dat levende organismen, mensen incluis, in wezen sterfelijke voertuigen zijn, in dienst van de natuurlijke drang tot zelfreplicatie van hun genen. Mensen zijn natuur, zij staan er niet boven. Zeggen dat de mens de natuur vernietigt, negeert dat de mens en wat hij doet ook natuur zijn. De natuur is niet een harmonieus geheel, maar een eenheid van verdeling en scheuring. Wat Moeder Natuur overigens volkomen onverschillig laat, zij is nu eenmaal wat zij is, tegelijkertijd scheppend, verpestend en herstellend.

De natuur is een energetisch systeem – of een verdeeld geheel van energetische systemen – dat gehoorzaamt aan de Tweede Wet van de Thermodynamica, die zegt dat zulke systemen tegelijkertijd twee tendensen kennen, een naar nivellering van energieverschillen én een naar uitstel daarvan. De gang naar totaal nivellering kent pleisterplaatsen van tijdelijke, maar soms uiterst complexe ordeningen, mogelijk gemaakt door membranen die energieverspreiding bemoeilijken en door opname van energie uit externe bronnen, die uiteindelijk allemaal zijn terug te voeren op de zon. Zo zijn de kolen die we verstoken samengeperste planten van honderden miljoenen jaren geleden, planten die konden groeien door energie op te nemen uit zonlicht.

De filosoof Th. W. C. Oudemans (1951) baseert zijn scherpzinnige, controversiële denken op neodarwinistische inzichten en op de tweede wet van de thermodynamica. Het gaat hem om fundamentele semantiek, hij wil ‘de neergeslagen betekenissporen van natuurlijke, biologische, genetische, culturele, historische, technologische aard [onderzoeken], die het gebeuren binnen een organisatie (of organisme) sturen, afbakenen en beperken.’ In zijn nieuwste boek, Europa, Europa, richt hij zich op betekenissporen van het Europese universeel humanisme.

Het historische, ‘sterke universeel humanisme’ beperkte het wegstromen van energie door rond zijn territoria membranen op te trekken in de vorm van sterke nationale grenzen, intussen door het exploiteren van koloniën zijn energiepotentieel aanvullend. De betekenissporen die het trok waren niet die van vrijheid, gelijkheid en broederschap, maar van uitbuiting, uitsluiting en racisme. Inderdaad, dit humanisme manifesteerde zich als racisme. Omdat het, aldus Oudemans, niet sterk kon zijn zonder dat. In feite gehoorzaamde dat Europa aan Moeder Natuur, die het fenotype ertoe aanzet zijn omgeving ten behoeve van het scheppen van gunstige replicatiecondities naar zijn hand te zetten. Daar kun je en mag je allerlei morele oordelen aan verbinden, maar filosofie – echte filosofie – onthoudt zich daarvan, want er is nu eenmaal geen logisch-filosofische weg van ‘is’ naar ‘behoren’. Je kunt wel over betekenissen en betekenissporen van moraal en ethiek filosoferen, maar zodra je morele oordelen formuleert, heb je je buiten de filosofie begeven.

Maar inmiddels wordt Europa getekend door zwak universeel humanisme. De oude membranen zijn poreus geworden. Haar energie stroomt weg en ze wordt toegankelijk voor andere fenotypen, die haar beïnvloeden en naar hun hand zullen zetten ten bate van hún replicatie. Het zwakke universeel humanisme is zwak, juist omdat het echt universeel wil zijn en Moeder Natuur negeert. Wat Oudemans met provocerende, politiek volkomen incorrecte voorbeelden illustreert. Was Nietzsche de filosoof met de hamer, Oudemans trekt het hedendaagse, Europese universeel humanisme binnen met sloopkogel en moker om alle heilige huisjes met de grond gelijk te maken.

Richard Dawkins, de bekende neodarwinist, op wie Oudemans zich vaak beroept, muntte de term ‘memen’ als culturele tegenhanger van genen. Net als genen zijn memen replicators. Dat neodarwinistische idee heeft zijn sporen trouwens al getrokken in de wereld van social media: filmpjes en tweets kunnen ‘viraal gaan’ en zich, als virussen, razendsnel verspreiden, oftewel zichzelf repliceren.

De sterkste meme is religie en de sterkste religie-meme is de Islam. Wat Oudemans naar de conclusie voert dat het Europa van het zwakke universeel humanisme een islamiseringsproject wordt of al is: binnen afzienbare tijd zal Europa een uitbreiding zijn van de Maghreb. Zullen er – in semantische zin – in de toekomst nog echte Europeanen zijn? Ja, maar in een diaspora, net als al eeuwenlang het jodendom, aldus Oudemans. Overigens werkt hij aan een boek over ‘de echte Europeaan’, maar dat zal postuum verschijnen, schrijft hij aan het slot van Europa, Europa.

Hans van der Heijde

Th.C.W. Oudemans – Europa, Europa. Prometheus, Amsterdam. 192 blz. € 19,99.