De directeuren van Stichting Lezen en Passionate Bulkboek, Gerlien van Dalen en Giel van Strien, reageren namens hun organisaties op de kritiek die Yra van Dijk en Marie-José Klaver aan het begin van de week uitten op de boeken die genomineerd waren voor de Jonge Jury. Zonder echt inhoudelijk in te gaan op de uitgebreide analyse die terug te vinden is op de site van de Nederlandse Boekengids.

Dat het juist auteurs als Woodrow en Tegenbosch (en andere zoals de veelvuldig genoemde Mel Wallis de Vries) zijn die door Van Dijk en Klaver worden weggezet als hypercommerciële pulpschrijvers die via de Jonge Jury marketing bedrijven met belastinggeld, is ronduit pijnlijk.

Niet alleen omdat zij de onderwerpen die in hun boeken voorkomen (geweld, ongewenste seks, racisme) juist aan de kaak willen stellen en bespreekbaar willen maken bij de groep die het aangaat: de jeugd zelf. Maar ook omdat het juist óók deze groep auteurs is die met ongekende gedrevenheid scholen bezoekt om kinderen aan te zetten tot lezen.

Aan het slot van hun betoog zeggen de twee dat de genomineerde boeken ‘wel degelijk kritisch bekeken mogen worden’ en dat ook de organisaties zelf ‘de Jonge Jury kritisch bekijken’, al laten ze dan achterwege hoe zij dat doen. Zie de poging tot damage control in de Volkskrant hier.