Voor zijn zoon Alyosha maakte Arnon Grunberg alvast een lijst vol leessuggesties, al is het meer een leesautobiografie in de zuiverste zin van het woord. En niet van dat benauwde:

In dat boek was sprake van ene Suppen-Kasper, een jongen die op een dag weigerde soep te eten en daaraan doodging. Het gruwelijke, het gewelddadige kwam tot mij via Der Struwwelpeter. Wat was het verrukkelijk.

Via de onbegrijpelijke wereld van Tonke Dragt, De donkere kamer van Damokles ‘de beste Nederlandse roman uit de 20ste eeuw’, de onontbeerlijke Friedrich Nietzsche en de roman voor alle pubers De steppewolf van Hermann Hesse en veel meer komt Grunberg tot een opvallende lijst voor zijn zoon, al staat aan het begin meteen de belangrijkste les:

Ik kan mijn zoon wel inlichten over het verrukkelijke vergif waarmee mijn ouders mij hebben vergiftigd, maar als puntje bij paaltje komt moet hij zichzelf vergiftigen. Je moet je niet wagen aan recepten voor de net beheersbare waanzin, ik doe slechts suggesties zoals mijn ouders dat ook hebben gedaan.

Lees het hele essay in de Volkskrant hier.