het is vakantietijd en dat betekent doorgaans dat de bijlagen verdwijnen of minder dik worden, maar de boekenbijlage van de Volkskrant heeft deze week het aantal recensies over fictiewerken verdubbeld naar 2 (twee). Martin de Haan bespreekt deze week (zonder sterren) De neef van Rameau van Diderot naast het filosofische De droom van d’Alembert van dezelfde schrijver en wat we vooral meenemen van de bespreking is dat ‘de doorzetter wordt beloond’. In de bijlage ook nog een viersterrenbespreking van Philippe Claudels laatste boek. Net als vorige week geen bespreking van Nederlandse fictie, wel een diepte-interview met Esther Verhoef. Verder een anekdotisch vakantiestukje van Onno Blom over W.F. Hermans in Groningen, waarin onder meer beweerd wordt dat hij vanuit zijn erker aan de Spilsluizen zicht had op het Academiegebouw.

De Trouw van zaterdag staat ook in de vakantiemodus (‘Zomertijd’ heet de bijlage waarin de boeken zijn ondergebracht deze weken), met slechts 1 bespreking van een fictiewerk (naast twee boeken met wat je tegenwoordig autofictie noemt). Ook een interessante reportage van Erik Jan Harmens waarin hij met Lize Spit teruggaat naar het landschap van haar jeugd.

In het NRC Handelsblad van afgelopen drie recensies van fictiewerken (en we laten daarbij de prozagedichten van Baudelaire achterwege) en een recensie van een jeugdwerk van Tonke Dragt. Het NRC Handelsblad heeft deze week dus gewonnen.