Help, ze willen mij als vader!

De titel van de roman De wensvader van Eric de Rooij is direct van toepassing op de hoofdpersoon van het boek, Erik Poelman. Niet alleen wil hij zelf graag vader worden, maar er zijn in zijn omgeving ook twee vrouwen die hem als vader van hun kind wensen. Mooi gevonden. Net als de tegenstellingen die ter loops naast elkaar gezet worden en twee zijden van een zaak laten zien. De protagonist is geestelijk begeleider in een verzorgingshuis, daar zwaaien vooral aftakeling en de dood de scepter, terwijl Erik thuis bezig is met het vaderschap en nieuw leven. Zijn man Aad hinkt ook op twee gedachten: een kind en dus roering het leven toelaten of doorgaan met het rustige bestaan van een kinderloos echtpaar.

Het verhaal begint wanneer Erik met zijn vriendin Leonie, die alleenstaand is, een middagje in de sauna doorbrengt. Ze legt hem haar verlangen voor om een kind te krijgen. Een paar mannen uit haar omgeving komen in aanmerking als mogelijke vader maar uiteindelijk blijkt Erik de meest geschikte. Maar wil hij dat? En wie krijgt dan de zeggenschap, welke rol krijgt Erik? Is hij niet meer dan een zaaddonor of mogen hij en Aad meehelpen opvoeden?

Hier zit ik dan, aan de eettafel, ik die een kind wilde en een kind wilde opvoeden om hem of haar het onderscheid tussen goed en kwaad te leren, maar ondertussen in mezelf de neiging tot versluieren, tot wegdraaien nauwelijks kon onderdrukken om maar het lieve beeld vast te houden van de goede, de doodgoede echtgenoot die ook aan een goede, een heel goede vriendin belangeloos zaad levert.

Een andere vriendin van Erik en Aad wordt door deze ontwikkelingen op dezelfde gedachte gebracht. Wanneer Leonie afhaakt en Erik niet meer nodig heeft voor haar kinderwens, springt Sonja in het leeggekomen wensvader-idee. Een kliniek vindt ze echter niks, live in bed ook niet, dus wordt er een hilarische doe-het-zelf-inseminatie op touw gezet.

Ook in het verzorgingshuis wordt de tragiek van de aftakelende bewoners op een luchtige en grappige manier uit de doeken gedaan. Het verlangen naar de dood van sommigen, boze familieleden die Erik ervan beschuldigen dat hij euthanasie propageert, een kerstkoor dat maar niet uit de verf komt, de zich eindeloos herhalende gesprekken tussen de eenzame bewoners en Erik als geestelijk begeleider.

We zien een hoofdpersoon die overal tussendoor laveert, voorzichtig zijn standpunten inneemt en het voor iedereen goed wil doen. Maar als je alle onvervulde verlangens probeert in te willigen, iedereen tevreden wilt houden, cijfer je jezelf weg. En dat is waar de hoofdpersoon langzaam achter komt. Voor wie doet hij wat?

Erik de Rooij lukt het om de grote levensvragen op een luchtige manier over het voetlicht te brengen. Hoe makkelijk is het om te zeggen dat je een kind wilt, maar hoe moeilijk is het om dat tot uitvoering te brengen, zeker wanneer het om een co-ouderschap gaat met twee papa’s en een mama. En dan, de gevolgen, hoe goed is daarover nagedacht? En aan de andere kant die onvermijdelijke dood? Hoe ga je daarmee om?

En passant worden Nederlandse dichters en schrijvers geciteerd. Fijn. Dat mag wel vaker. Niet om te laten zien wat de schrijver op dat gebied allemaal weet, maar omdat associaties ook op dat vlak heel normaal zouden moeten zijn. De literatuur is onderdeel van het leven, dus als je schrijft over het leven, waarom zou je dan niet verwijzen en citeren?

De wensvader laat zien dat het leven soms ‘een gedoetje’ is, om René Gude te citeren. Maar Eric de Rooij heeft dit ‘gedoetje’ in een zeer prettig leesbaar en humoristische verhaal gegoten.

Arjen van Meijgaard

Eric de Rooij – De wensvader. Uitgeverij kleine Uil, Groningen. 266 blz. € 19,95.