Henk wil enkel een stapelbedbroer

Zijn nieuwe jeugdroman met de welluidende titel Stapelbedbroers heeft Koos Meinderts opgedragen aan ‘Aadsje’, ‘voor altijd zijn stapelbedbroer’. Met dat klinkende neologisme verwijst de auteur naar niemand minder dan Aad Meinderts, huidig directeur van het Literatuurmuseum in Den Haag. Net zoals eerder werk heeft ook Stapelbedbroers een autobiografische inslag, zonder dat alle gebeurtenissen per se waargebeurd hoeven zijn, zoals Meinderts in dit interview met Arjan Peters verduidelijkt.

Henk en Rocco (jawel, vernoemd naar Rocco Granata) groeien samen met hun oudere zus Wendy en Paultje, het nakomertje van twee, in een volks gezin in de Zeeheldenbuurt op. Rijkdom mag dan weliswaar niet aanwezig zijn – vader is het type van de menslievende klusjesman – gezelligheid en warmte zijn daarentegen volop aanwezig. Dat blijkt ook ’s avonds, wanneer beide broers hun typische stapelbedgesprekken voeren, over kinderangsten, de eerste verliefdheid en voetbal, absoluut Rocco’s grootste passie. Maar net zo goed komen allerhande kwajongensstreken aan bod, zoals het begluren van Mooie Mia, het buurmeisje van zeventien, wanneer ze zich voor het slapengaan uitkleedt. Religie wordt – weliswaar met mildheid – op de korrel genomen. Elkaar de huid volschelden, ook dat doen echte broers, maar tegelijkertijd zouden ze elkaar voor geen goud kunnen missen. Dat mag misschien wat sentimenteel klinken, maar onder Meinderts vakkundige pen worden deze passages tot een liefdevol portret omgesmeed. Hoewel de auteur in eerder genoemd interview aanstipt dat hij karaktertrekken van zowel Henk als Rocco in zich draagt, worden beide broers in de roman soms wat makkelijk als elkaars tegenpolen geschetst en dat staat een authentieke karakterisering weleens in de weg.

Dat Stapelbedbroers zich in 1969 afspeelt, mag geen toeval heten; voornamelijk de maanlanding vormt een goedgekozen motief in het verhaal. Ook Henk wil immers, net als de Amerikaanse astronauten, letterlijk hogerop, van de ‘ulo’ naar het gymnasium. De vraag of dat wel kan lukken – zeker voor een jongen uit de Zeeheldenbuurt – draagt een belangrijke thematiek in zich die ook vandaag de dag nog actueel blijft. Precies door Henks overstap ontstaat ook een verwijdering tussen de broers: Henk leert een geheel nieuwe wereld kennen, die hem echter niet steeds accepteert zoals hij is, maar waarvan hij via zijn liefde voor literatuur, de Griekse mythen en het schooltoneel wel onmiskenbaar deel gaat uitmaken. ‘We maken bijna nooit meer ruzie,’ merkt Rocco treffend op. Pas nadat Rocco na een ernstig ongeval in coma belandt en Henk met een wezenlijk schuldgevoel worstelt, komt Henk opnieuw letterlijk tot het besef dat hun band onverbreekbaar is: ‘Ik wil geen ziekenhuisbedbroer, jij bent mijn stapelbedbroer.’

Om de setting voelbaar te maken en een verdwenen tijdperk weer tot leven brengen, zelfs tastbaar te maken, grossiert Meinderts gretig in muziek, film en literatuur via verwijzingen naar Bob Dylan en Boudewijn de Groot, terwijl Brigitte Bardot het witte doek domineert. Hoewel deze typerende couleur locale niet altijd expliciet geduid hoeft te worden om het verhaal (ten volle) te begrippen, voorziet de auteur toch enige toelichting aan het einde van het boek onder de welluidende noemer ‘Van ambachtsschool tot Zwarte Piet’.

Stapelbedbroers bestaat uit een rijk amalgaam van kleine en grote gebeurtenissen uit het leven van beide broers en wordt zorgvuldig opgebouwd naar de grootste climax toe. Echt veel grote gebaren of dure woorden heeft Meinderts daarbij niet nodig om een beklijvend portret te schrijven. Net de eenvoud in taal en stijl overtuigt. De snedige dialogen tussen de broers, afgewisseld met humoristische intermezzo’s en spitsvondige scheldwoorden passen perfect bij de setting. Tegelijkertijd is de roman bijwijlen ook beeldrijk, bijvoorbeeld wanneer Henk bedenkt wat hij het mooist vindt: ‘[E]en vlucht duiven die het licht van de zon vangt, dan lijken ze net snippers zilverpapier, prachtig vind ik dat.’

In welke mate Stapelbedbroers een autobiografische insteek heeft, is eigenlijk niet het belangrijkste aspect van deze roman. We kunnen Meinderts alleen maar dankbaar zijn dat hij dit intimistische en oprecht portret met de lezer wilde delen.

Jürgen Peeters

Koos Meinderts – Stapelbedbroers. Hoogland & Van Klaveren, Hoorn. 206 blz. € 15.95.