Behalve door het kleine venstertje van ons kleine vakantiehuisje toekijken hoe de regendruppels gelaten van zwarte takken in de zompige grond verdwenen was er op de Veluwe geen zak te beleven. We reden naar Emmerik, vlak over de grens. Een in de oorlog volledig platgebombardeerd en daarna haastig herbouwd klein stadje, vermaard om haar vele schoenenwinkels. Wij kwamen voor troost. En die vonden wij in een restaurant aan een loodgrijze Rheinpromenade in de vorm van liefdevol geserveerde gnocchi en cannelloni.