Overal stormt het

Het is de wens van iedere auteur om met de eerste zin gelijk de toon te zetten. Om de lezer direct in de verhaalwereld op te nemen. De Vlaming Toon Van Mierlo flikt het met de openingszinnen van De aanpassingen. Humor, vervreemding, wrangheid; alles wat het verdere verloop van de roman kenmerkt zit er in:

De blinkende man vroeg aan mijn moeder of ze kinderen had. Ik was toen nog maar vier aan het worden, en keek naar de tegels. Het waren geen mooie tegels.
Nee, zei mijn moeder, terwijl ik gewoon naast haar zat. Ik had cola met een rietje gekregen. En jij, vroeg ze aan de blinkende man. Hij speelde met de kettingen rond zijn hals. Nee, bedankt, zei hij. Ik zou ze toch maar vergokken.

De ‘ik’ in deze passage is Casper Wissing, een eigenwijs jongetje dat als peuter al van huis wil weglopen. Huizen, om precies te zijn, want zijn vader en moeder ‘doen co-ouderschap’. Casper wil graag kindsoldaat worden in Afrika en vraagt of zijn beste vriend Kas meegaat. Als Casper zes jaar oud is, is het zover: de twee vrienden verlaten het schoolplein om naar Afrika te gaan. Maar bij de eerste de beste keer de weg oversteken gaat het mis en wordt Kas doodgereden. In plaats van om hulp te roepen, laat Casper zijn vriend achter en is de lezer de enige die weet van zijn rol bij het tragische ongeval.

We maken kennis met Octavia wanneer haar tweelingbroer Kas overleden is. Net als Casper vertelt ze in goed getroffen kinderperspectief hoe haar leven er thuis aan toe gaat. ‘We hebben een rechthoekige eettafel omdat we met zes zijn […] maar nu Kas weg is, hebben we een plek te veel, al dekt mama nog altijd de tafel voor hem, in het begin schepte ze zelfs eten op zijn bord, dat was dubbele verspilling want ze at zelf ook bijna niets meer.’ Octavia vindt het vreemd dat Kas en zijn beste vriend tegelijktijdig vermist waren, maar gaat mee met de volwassenen die daar niets achter zoeken. Natuurlijk hangt er liefde tussen Octavia en Casper in de lucht.

Plots wordt er een tijdssprong gemaakt. Het is 2081, klimaatverandering heeft zich doorgezet evenals de woke-beweging. Een reeks stormen heeft de aarde geteisterd, de zee heeft zijn ruimte ingenomen en Casper en Octavia zijn ernaartoe verbannen, want: te oud en te wit. De twee dobberen in een duosfeer, een hoogtechnologisch ei waarin ze hun laatste jaren zullen slijten. Nu ze zo veroordeeld zijn tot elkaar (de relatie heeft maar kort standgehouden en tóch heeft Casper Octavia aangewezen om hem te vergezellen in het ei) is er alle tijd om elkaar eens flink de waarheid te vertellen. En beiden blijken genoeg geheimen te hebben. De roman wordt zelfs een heuse whodunnit, al wordt het nooit nagelbijtend spannend.

Opvallend aan de manier van vertellen is dat Casper en Octavia nergens de dialoog met elkaar aangaan. Om en om krijgt ieder personage een hoofdstuk voor een monoloog. Hoewel in beginsel erg kunstmatig, zeker omdat de suggestie gewekt wordt dat de twee gewoon tegenover elkaar zitten, benut Van Mierlo deze opvallende manier van vertellen optimaal. De woorden van Casper en Octavia krijgen naarmate hun relaas vordert iets ongefilterds waardoor het vaak heel persoonlijk aanvoelt:

‘Dat nemen ze ons niet meer af’, zeggen de mensen na een fijn weekend, een goede vakantie, een meevaller hier of daar. ‘Dat nemen ze ons niet meer af.’ Wacht maar. Ze kunnen je alles afnemen, en dat doen ze ook, vroeg of laat komen ze alles halen en dan blijft er niets meer over van al dat zelfgenoegzame geluk, van heel dat goed geregelde en strak geregisseerde leventje van je, en misschien duurt het tot je sterft, sommige mensen hebben geluk, maar dan haha, gefopt, dood en toch nog alles kwijt.

De natuurstormen in de verhaalwereld mogen dan al geweest zijn, het stormt in de roman zelf nog steeds. Van de typografie tot aan het innerlijk van de personages: het is intens en ongeremd. Het maakt het soms wat moeilijk om in De aanpassingen de hoofd- van de bijzaken te scheiden, maar de volle overgave waarmee Toon Van Mierlo deze roman geschreven heeft valt toch vooral te prijzen en stemt tevreden.

Martijn van Bruggen

Toon Van Mierlo – De aanpassingen. Vrijdag, Antwerpen. 224 blz. € 21,99.