Pathetische tegeltjeswijsheden

Allereerst de auteur: Charlie Mackesy (1962) is een illustrator en beeldend kunstenaar wiens werk eerder verscheen in boeken, galeries en kranten, maar ook in Britse klaslokalen, kerken en gevangenissen te zien is. In 2019 publiceerde hij tekeningen van een jongen met diverse dieren op Instagram en voorzag deze van handgeschreven wijsheden. Een medewerker van een uitgeverij kwam de plaatjes tegen en inmiddels zijn er wereldwijd miljoenen exemplaren van De jongen, de mol, de vos en het paard verkocht, waarin de eerdere online bijdragen zijn aangevuld met nieuwe tekeningen en tot een verhaal gesmeed.

Een ‘verhaal’ is voor dit boek overigens een groot woord, want het narratief is zeer basaal. De jongen ontmoet achtereenvolgens de drie dieren, die zich bij hem voegen en samen door een impressionistisch landschap reizen zonder duidelijk doel. Eigenlijk kun je, zoals Mackesy in zijn voorwoord zelf ook al suggereert, het boek gerust ergens halverwege openslaan en de losse pagina’s bekijken of lezen, wat ook verklaart waarom de tekeningen het nog altijd goed doen op Instagram en andere sociale media. Omdat het verhaal zo simpel is, maar er door de auteur wel voor een narratieve lijn gekozen is, verwacht je echter dat er in de loop van het boek enkele gebeurtenissen zullen plaatsvinden die het verhaal kleuren, maar behalve de toevallige ontmoetingen is dat niet bepaald het geval.

Wat de personages betreft valt er ook weinig te melden. Op basis van hun uitspraken kun je enkele eendimensionale eigenschappen op de dieren plakken, zoals nieuwsgierigheid bij de mol, bedachtzaamheid bij de vos en levenswijsheid bij het paard. De jongen is een klassieke protagonist zonder eigenschappen die de vragen stelt en zich letterlijk laat leiden door de dieren. Doordat er nauwelijks iets gebeurt krijgen de personages zelf ook weinig diepgang, waardoor ze niet echt tot leven komen of zich van elkaar onderscheiden. De tekeningen zijn in dat opzicht cruciaal – wat ontbreekt in tekst compenseert Mackesy enigszins met kleuren en houdingen.

Wat rest zijn de handgeschreven (en soms best lastig te lezen) uitspraken die de personages doen en die de hart en ziel van het boek vormen. Er valt rijkelijk uit te citeren, en aangezien de meeste teksten nauwelijks van context voorzien worden, hierbij een greep uit de teksten.

‘Een van onze grootste vrijheden is hoe we op dingen reageren.’

‘Ik heb geleerd hoe je in het nu kunt leven.’

‘De grootste waanvoorstelling is dat het leven perfect zou moeten zijn.’

‘Soms is alleen al opstaan en doorgaan moedig en geweldig.’

‘Wat is het moedigste dat je ooit hebt gezegd?’ vroeg de jongen. ‘Help,’ antwoordde het paard.

Blijkens de lovende reacties van verschillende lezers zijn dit diepzinnige uitspraken die velen tot nadenken stemmen of ontroeren, maar ik zie weinig verschil met de pathetische teksten die je lukraak op sociale media of tegeltjes aantreft. Mijn probleem zit hem vooral in het feit dat de uitspraken tamelijk uit het niets komen: een zin als die over om hulp vragen kan ik me prima voorstellen aan het eind van een episode waarin de jongen dat herhaaldelijk niet doet en uiteindelijk deze belangrijke les leert, maar nu ontbreekt de aanleiding en reikwijdte van zo’n levenswijsheid. Dit wordt nog versterkt door het feit dat vrijwel elke pagina zo’n citaat bevat, waardoor je al bladerend al snel overdonderd wordt door uitspraken die qua gewicht niet voor elkaar onderdoen en daardoor minder indruk maken. Vermoedelijk werkt het boek beter als je elke dag één pagina leest, zoals online.

Sommige lezers maken de vergelijking met klassieke jeugdboeken als Winnie-the-Pooh, maar dat lijkt me op meerdere fronten onjuist. Zo ben ik benieuwd in hoeverre kinderen aanslaan op dit boek, aangezien de tekenstijl behoorlijk schetsmatig is en de personages bijvoorbeeld geen duidelijk gezicht krijgen. Ook zijn de spreuken niet gericht op de belevingswereld van kinderen, eerder op volwassenen die houden van een kinderlijke, optimistische naïviteit als tegenhanger van de harde werkelijkheid. Daarnaast bevat een boek als Winnie-the-Pooh een verhaal vol herkenbare situaties en sfeervolle details, en belangrijkst van al een flinke dosis humor. De jongen, de mol, de vos en het paard had van mij dan ook wel wat meer lichtheid en grapjes kunnen gebruiken, zoals het moment dat de hond van de auteur over een van de tekeningen is gelopen. Helaas weet Mackesy ook zo’n toevallige gebeurtenis weer topzwaar te maken, met een aforisme over dat perfectionisme een illusie is…

In recensies wordt de reikwijdte van het boek keer op keer benadrukt: het zou wijsheden bevatten over uiteenlopende thema’s als geluk, vrijheid, moed, succes, vriendschap, angst, eenzaamheid, identiteit en zelfs de liefde, waardoor iedereen er in theorie iets uit kan halen wat op dat moment op zijn eigen levensloop van toepassing is, wat het natuurlijk een ideaal cadeauboek voor welke gelegenheid dan ook maakt. Het jammere is dat Mackesy eigenlijk heel weinig te zeggen heeft over al die grote, complexe thema’s, behalve een reeks clichés en gemeenplaatsen die voor sommigen mooi en diepzinnig klinken, maar mijns inziens toch vooral uitgeholde frasen zijn die niet bijdragen aan het verhaal of de interpretatie daarvan.

Natuurlijk is het mooi dat een boek in maatschappelijk onzekere tijden zo veel losmaakt bij een breed publiek en dat Mackesy een klein universum met vier abstracte figuurtjes heeft geschapen dat internationaal door lezers gekoesterd wordt. Ik had echter meer van het boek verwacht of gehoopt – op z’n minst een onderhoudend verhaal of uitgewerkte personages die je in je hart kunt sluiten. Mackesy toont aan dat je weinig diepgang nodig hebt om veel mensen te bereiken, maar of dat een goede ontwikkeling is in de literatuur, betwijfel ik.

Willem Goedhart

Charlie Mackesy – De jongen, de mol, de vos en het paard. Vertaald door Arthur Japin. KokBoekencentrum, Utrecht. 128 blz. € 20,-.