Vreemde vogels en de eenheid van handeling

Net als vogels laten de personages uit de nieuwe roman van Edzard Mik, waarom vogels, zich nauwelijks vangen. De verschillende karakters zijn beweeglijk en zo nu en dan zelfs ongrijpbaar, zoals ook in het motto van Kafka over Odradek wordt beweerd. Ongrijpbare karakters laten doorgaans ruimte over voor de verbeelding, maar in waarom vogels blijft die ruimte helaas beperkt.

Het perspectief ligt bij operazangeres Katja, die een complexe relatie heeft met haar vriendin Emmy. Deze relatie wordt beschreven als een vriendschappelijke, maar af en toe krijg je het idee dat er meer speelt dan alleen vriendschap. Emmy lijkt ten opzichte van de nuchtere Katja een wat naïeve activiste, die samen met een vogelclub strijdt voor het behoud van de Plas van Wely. Zij is in de ban van de wonderlijke figuur Tido, die de zoon is van een bekende schrijver, maar zelf wat afgezonderd bij de Plas leeft, in een huis met een verwilderde tuin, waar hij met vogels praat en, volgens Emmy, zelfs dode vogels tot leven wekt. Op zijn beurt vertelt Tido openlijk over de seksuele avonturen die hij beleeft met de jonge studente Sophie.

Mensen van vlees en bloed zijn veelal inconsequent en te complex om vast te leggen met een handjevol karaktereigenschappen. In die zin is het niet zo vreemd dat Katja de ene keer koel en afstandelijk is en de andere keer vol emotie en passie. Daardoor lijkt het personage wellicht meer levensecht. Toch werd ik gedurende het hele boek afgeleid door mijn eigen gedachten aan de essays van Willem Frederik Hermans over de experimentele roman en over sympathieke en antipathieke romanpersonages uit ‘Het sadistisch universum’. Hij pleit daarin voor de eenheid van handeling en voor personages die ondergeschikt zijn aan die eenheid van de roman. De roman onderscheidt zich hierin van een journalistiek werk dat de werkelijkheid tracht recht te doen. In de werkelijkheid bestaat immers geen eenheid van handeling. Ook Thomas Rosenboom pleit hiervoor in zijn Aanvallend spel, waarin hij aangeeft hoe je een goede roman zou moeten schrijven.

Miks roman heeft echter allesbehalve een eenheid van handeling. Er worden diverse verhaallijnen uitgezet, die niet per se verband houden met elkaar, zoals de strijd om de plas, de driehoeksverhouding tussen Tido, Emmy en Katja, die door Sophie nog eens doorkruist wordt, de verdwijning van Emmy, de hartstochtelijke Spanjaarden, en nog veel meer. Hermans zou zeggen: deze warboel is subliem als je een roman wilt schrijven over de alle kanten op springende werkelijkheid die geen doel of eenheid heeft. Zulke meesterlijke verhalen bestaan ook daadwerkelijk, waarbij je als lezer in het duister tast, en de personages in hun wereld ongrijpbaar blijven. Neem het werk van Kafka, die de auteur notabene in een van de motto’s citeert. Daarvoor vult Mik zijn personages en handelingen echter veel te veel in. Zelfs in het ‘ongrijpbare’ van een vriendschap laat hij nauwelijks wat aan de verbeelding van de lezer over:

Mijn vriendinnen hadden niets van onze vriendschap begrepen, ik was van het feesten en scharrelen, het blowen en drinken, wat moest ik met die bostrol? Zelf begreep ik er ook niets van maar ik keek uit naar de lessen die we samen volgden, ik hoopte ’s ochtends tegelijk met haar de school binnen te gaan en even met haar te kunnen praten terwijl ze haar gerafelde rugzak tussen haar benen zette en met haar handen door haar haar woelde, en altijd schoot mijn blik tijdens pauzes door de aula om een glimp van haar op te vangen, ik moest me ervan overtuigen dat ze niet van school was gegaan of zomaar in de lucht was opgelost.

De dialogen zijn vol, voorzien van talloze beschrijvingen van gezichtsuitdrukkingen en gevoelens, waardoor alles ingevuld is.

Wat het thema betreft, blijf je echter juist in het ongewisse, want waar draait dit boek nu eigenlijk om? Om een vriendschap, om het behoud van natuur en vogels, om de complexiteit van menselijke relaties, jaloezie en hartstocht, om het mysterie van vogels en hun verwevenheid met de menselijke natuur, of om alles bij elkaar? De kunst van het schrijven is vaak de kunst van het weglaten, zodat de essentie vanzelf komt bovendrijven. Wat mij betreft had de auteur flink wat geschrapt, waardoor de mens, net als de roerdomp tussen het riet, daadwerkelijk ongrijpbaar was gebleven.

Dietske Geerlings

Edzard Mik – waarom vogels. Querido, Amsterdam. 304 blz. € 22,99.